Neerlandés

Traducciones detalladas de in contact staan de neerlandés a alemán

in contact staan:

in contact staan verbo (sta in contact, staat in contact, stond in contact, stonden in contact, in contact gestaan)

  1. in contact staan (een conversatie hebben; spreken; praten; communiceren)
    sprechen; kommunizieren; reden; quatschen; sagen; konversieren; miteinander sprechen; plaudern; eine Aussage machen; faseln
    • sprechen verbo (spreche, sprichst, spricht, sprach, spracht, gesprochen)
    • kommunizieren verbo (kommuniziere, kommunizierst, kommuniziert, kommunizierte, kommuniziertet, kommuniziert)
    • reden verbo (rede, redst, redt, redte, redtet, geredet)
    • quatschen verbo (quatsche, quatschst, quatscht, quatschte, quatschtet, gequatscht)
    • sagen verbo (sage, sagst, sagt, sagte, sagtet, gesagt)
    • konversieren verbo (konversiere, konversierst, konversiert, konversierte, konversiertet, konversiert)
    • plaudern verbo (plaudere, plauderst, plaudert, plauderte, plaudertet, geplaudert)
    • faseln verbo (fasle, faselst, faselt, faselte, faseltet, gefaselt)

Conjugaciones de in contact staan:

o.t.t.
  1. sta in contact
  2. staat in contact
  3. staat in contact
  4. staan in contact
  5. staan in contact
  6. staan in contact
o.v.t.
  1. stond in contact
  2. stond in contact
  3. stond in contact
  4. stonden in contact
  5. stonden in contact
  6. stonden in contact
v.t.t.
  1. heb in contact gestaan
  2. hebt in contact gestaan
  3. heeft in contact gestaan
  4. hebben in contact gestaan
  5. hebben in contact gestaan
  6. hebben in contact gestaan
v.v.t.
  1. had in contact gestaan
  2. had in contact gestaan
  3. had in contact gestaan
  4. hadden in contact gestaan
  5. hadden in contact gestaan
  6. hadden in contact gestaan
o.t.t.t.
  1. zal in contact staan
  2. zult in contact staan
  3. zal in contact staan
  4. zullen in contact staan
  5. zullen in contact staan
  6. zullen in contact staan
o.v.t.t.
  1. zou in contact staan
  2. zou in contact staan
  3. zou in contact staan
  4. zouden in contact staan
  5. zouden in contact staan
  6. zouden in contact staan
diversen
  1. sta in contact!
  2. staat in contact!
  3. in contact gestaan
  4. in contact staand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for in contact staan:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
eine Aussage machen communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
faseln communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken babbelen; bazelen; etteren; griepen; ijlen; kakelen; klappen; kletsen; klieren; kwebbelen; kwekken; kwetteren; lallen; leuteren; morren; murmeren; ontevreden mompelen; onzin uitkramen; onzin verkopen; praten; raaskallen; snateren; spreken; wartaal spreken; wauwelen; zeiken; zwammen
kommunizieren communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken babbelen; bezet zijn; communiceren; converseren; in gesprek zijn; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; overbrengen; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
konversieren communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken babbelen; converseren; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
miteinander sprechen communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken
plaudern communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken babbelen; bezet zijn; bomen; converseren; een boom opzetten; in gesprek zijn; kakelen; keuvelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kouten; kwebbelen; kwekken; kwetteren; lullen; praten; snateren; spreken; verbabbelen; verpraten; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
quatschen communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken babbelen; ijlen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; leuteren; lullen; onzin uitkramen; onzin verkopen; praten; raaskallen; snateren; spreken; wartaal spreken; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
reden communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken babbelen; bezet zijn; converseren; in gesprek zijn; kakelen; klappen; kletsen; kouten; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; verhaal vertellen; verhalen; vertellen; wauwelen; zwammen
sagen communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken babbelen; berichten; converseren; informeren; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; meedelen; melden; naar voren brengen; opmerken; praten; rapporteren; snateren; spreken; ter sprake brengen; verhaal vertellen; verhalen; verslag uitbrengen; vertellen; verwoorden; wauwelen; zeggen; zwammen
sprechen communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; verhaal vertellen; verhalen; vertellen; wauwelen; zwammen

Traducciones relacionadas de in contact staan