Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. mijmeren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de mijmeren de neerlandés a alemán

mijmeren:

mijmeren verbo (mijmer, mijmert, mijmerde, mijmerden, gemijmerd)

  1. mijmeren
    träumen; sinnen; grübeln; brüten
    • träumen verbo (träume, träumst, träumt, träumte, träumtet, geträumt)
    • sinnen verbo (sinne, sinnst, sinnt, sann, sannt, gesonnen)
    • grübeln verbo (grüble, grübelst, grübelt, grübelte, grübeltet, gegrübelt)
    • brüten verbo (brüte, brütest, brütet, brütete, brütetet, gebrütet)

Conjugaciones de mijmeren:

o.t.t.
  1. mijmer
  2. mijmert
  3. mijmert
  4. mijmeren
  5. mijmeren
  6. mijmeren
o.v.t.
  1. mijmerde
  2. mijmerde
  3. mijmerde
  4. mijmerden
  5. mijmerden
  6. mijmerden
v.t.t.
  1. heb gemijmerd
  2. hebt gemijmerd
  3. heeft gemijmerd
  4. hebben gemijmerd
  5. hebben gemijmerd
  6. hebben gemijmerd
v.v.t.
  1. had gemijmerd
  2. had gemijmerd
  3. had gemijmerd
  4. hadden gemijmerd
  5. hadden gemijmerd
  6. hadden gemijmerd
o.t.t.t.
  1. zal mijmeren
  2. zult mijmeren
  3. zal mijmeren
  4. zullen mijmeren
  5. zullen mijmeren
  6. zullen mijmeren
o.v.t.t.
  1. zou mijmeren
  2. zou mijmeren
  3. zou mijmeren
  4. zouden mijmeren
  5. zouden mijmeren
  6. zouden mijmeren
diversen
  1. mijmer!
  2. mijmert!
  3. gemijmerd
  4. mijmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mijmeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
brüten mijmeren bedenken; beschouwen; bespiegelen; broeden; broeien; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plussen; puzzelen; puzzels oplossen; tobben; uitbroeden; warm zijn; warmhouden
grübeln mijmeren aarzelen; bedenken; beschouwen; bespiegelen; bouderen; diep nadenken; dubben; een pruillip trekken; er over inzitten; in gedachten verzonken zijn; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; piekeren; plussen; prakkiseren; pruilen; puzzelen; puzzels oplossen; talmen; tobben; twijfelen; weifelen
sinnen mijmeren bedenken; beramen; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; piekeren; plan beramen; prakkiseren; verzinnen; zinnen
träumen mijmeren dromen; niet oppassen; zich iets onbereikbaars voorstellen; zitten suffen

Wiktionary: mijmeren

mijmeren
verb
  1. in gedachten verzonken zijn

Cross Translation:
FromToVia
mijmeren grübeln muse — to become lost in thought
mijmeren träumen; schwärmen; wähnen; erwägen; nachdenken; nachsinnen songer — (vieilli) voir en songe, rêver.