Neerlandés

Traducciones detalladas de onderhoud de neerlandés a alemán

onderhoud:

onderhoud [het ~] sustantivo

  1. het onderhoud (onderhoudsgeld; voedsel; kost)
    die Beköstigung; der Unterhalt; der Lebensunterhalt
  2. het onderhoud (verzorging)
    der Unterhalt; die Versorgung
  3. het onderhoud (in goede staat houden)
  4. het onderhoud (samenspraak; gesprek)
    die Unerhaltung; Gespräch
  5. het onderhoud
    die Instandhaltung

Translation Matrix for onderhoud:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Beköstigung kost; onderhoud; onderhoudsgeld; voedsel eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel
Gespräch gesprek; onderhoud; samenspraak conversatie; discussie; gesprek; lezing; mondeling onderhoud; praat; spreekbeurt
Instandhaltung onderhoud behoud; conservatie; handhaving; instandhouding
Lebensunterhalt kost; onderhoud; onderhoudsgeld; voedsel
Unerhaltung gesprek; onderhoud; samenspraak
Unterhalt kost; onderhoud; onderhoudsgeld; verzorging; voedsel
Versorgung onderhoud; verzorging verpleging; verschaffing; verzorging; voorziening; zorg
im Wohlstat behalten in goede staat houden; onderhoud

Palabras relacionadas con "onderhoud":


Wiktionary: onderhoud

onderhoud
noun
  1. handelingen verricht om iets in goede staat te houden.
onderhoud
noun
  1. Gesamtheit der Maßnahmen zur Prüfung und Instandhaltung, die die Abnutzung verhindern sollen
  2. Instandhaltung eines Objekts

Cross Translation:
FromToVia
onderhoud Audienz audience — formal meeting with a dignitary
onderhoud Instandhaltung; Wartung maintenance — keeping a machine in service
onderhoud Überholung; Aufarbeitung; Grundinstandsetzung; Überprüfung; Revision overhaul — a major repair, remake, renovation, or revision
onderhoud Wartung; Unterhalt upkeep — maintenance; the act or effort of keeping something in good repair

onderhoud forma de onderhouden:

onderhouden verbo (onderhoud, onderhoudt, onderhield, onderhielden, onderhouden)

  1. onderhouden (financieel steunen)
    unterhalten; finanziell unterstützen; versorgen; ernähren; aushalten
    • unterhalten verbo (unterhalte, unterhälst, unterhält, unterhielt, unterhieltet, unterhalten)
    • versorgen verbo (versorge, versorgst, versorgt, versorgte, versorgtet, versorgt)
    • ernähren verbo (ernähre, ernährst, ernährt, ernährte, ernährtet, ernährt)
    • aushalten verbo (halte aus, hältst aus, hält aus, hielt aus, hieltet aus, ausgehalten)
  2. onderhouden (in stand houden; behouden)

Conjugaciones de onderhouden:

o.t.t.
  1. onderhoud
  2. onderhoudt
  3. onderhoudt
  4. onderhouden
  5. onderhouden
  6. onderhouden
o.v.t.
  1. onderhield
  2. onderhield
  3. onderhield
  4. onderhielden
  5. onderhielden
  6. onderhielden
v.t.t.
  1. heb onderhouden
  2. hebt onderhouden
  3. heeft onderhouden
  4. hebben onderhouden
  5. hebben onderhouden
  6. hebben onderhouden
v.v.t.
  1. had onderhouden
  2. had onderhouden
  3. had onderhouden
  4. hadden onderhouden
  5. hadden onderhouden
  6. hadden onderhouden
o.t.t.t.
  1. zal onderhouden
  2. zult onderhouden
  3. zal onderhouden
  4. zullen onderhouden
  5. zullen onderhouden
  6. zullen onderhouden
o.v.t.t.
  1. zou onderhouden
  2. zou onderhouden
  3. zou onderhouden
  4. zouden onderhouden
  5. zouden onderhouden
  6. zouden onderhouden
en verder
  1. ben onderhouden
  2. bent omderhouden
  3. is onderhouden
  4. zijn onderhouden
  5. zijn onderhouden
  6. zijn onderhouden
diversen
  1. onderhoud!
  2. onderhoudt!
  3. onderhouden
  4. onderhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

onderhouden adj.

  1. onderhouden (verzorgd)

Translation Matrix for onderhouden:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aushalten financieel steunen; onderhouden doorleven; doorstaan; dragen; dulden; financieren; harden; standhouden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden; zich staande houden
ernähren financieel steunen; onderhouden azen; borstvoeding geven; de borst geven; dineren; eten geven; laven; lenigen; lessen; prooizoeken; spijzigen; tafelen; te eten geven; tegoed doen; uitgebreid eten; voeden; voederen; voedsel geven; voeren; zogen
finanziell unterstützen financieel steunen; onderhouden
im Stand erhalten behouden; in stand houden; onderhouden
unterhalten financieel steunen; onderhouden aanstaan; amuseren; believen; bezet zijn; bezig houden; genieten; genot hebben van; goeddunken; iemand amuseren; in gesprek zijn; vermaken; zich bezighouden met
versorgen financieel steunen; onderhouden behandelen; bekommeren; door zorgen bederven; leiden tot iets; verplegen; verzorgen; zich zorgen maken; zorgen; zorgen voor; zorgen voor iemand; zorgen voor iets
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
gutgepflegt onderhouden; verzorgd
unterhalten onderhouden; verzorgd
versorgt onderhouden; verzorgd

Palabras relacionadas con "onderhouden":


Sinónimos de "onderhouden":


Antónimos de "onderhouden":


Definiciones relacionadas de "onderhouden":

  1. aangenaam bezig houden1
    • de goochelaar onderhield ons met zijn optreden1
  2. hem zoveel geven dat hij daarvan kan leven1
    • hij onderhoudt zijn gezin1
  3. het goed houden1
    • je moet die tuin wel onderhouden1

Wiktionary: onderhouden

onderhouden
verb
  1. zorgen dat iets in goede staat blijft
  2. zich onderhouden: een gesprek houden met iemand
onderhouden
verb
  1. (transitiv) technische Apparate pflegen und eventuell regelmäßig reparieren

Cross Translation:
FromToVia
onderhouden unterhalten; amüsieren; belustigen; ergötzen; vergnügen amuserdivertir par des choses agréables.
onderhouden bewahren; aufbewahren; behalten; bergen; erhalten; konservieren conservermaintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
onderhouden stemmen; unterhalten; unterstützen; aufbewahren; behalten; bergen; erhalten; konservieren; fortfahren; fortführen; fortsetzen; weiterführen maintenirtenir ferme et fixe.

Traducciones relacionadas de onderhoud