Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. regenereren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de regenereren de neerlandés a alemán

regenereren:

regenereren verbo (regenereer, regenereert, regenereerde, regenereerden, geregenereerd)

  1. regenereren
    regenerieren; erneuern; umgestalten; neugestalten
    • regenerieren verbo (regeneriere, regenerierst, regeneriert, regenerierte, regeneriertet, regeneriert)
    • erneuern verbo (erneuere, erneuerst, erneuert, erneuerte, erneuertet, erneuert)
    • umgestalten verbo (gestalte um, gestaltest um, gestaltet um, gestaltete um, gestaltetet um, umgestaltet)
    • neugestalten verbo (gestalte neu, gestaltest neu, gestaltet neu, gestaltete neu, gestaltetet neu, neugestaltet)

Conjugaciones de regenereren:

o.t.t.
  1. regenereer
  2. regenereert
  3. regenereert
  4. regenereren
  5. regenereren
  6. regenereren
o.v.t.
  1. regenereerde
  2. regenereerde
  3. regenereerde
  4. regenereerden
  5. regenereerden
  6. regenereerden
v.t.t.
  1. ben geregenereerd
  2. bent geregenereerd
  3. is geregenereerd
  4. zijn geregenereerd
  5. zijn geregenereerd
  6. zijn geregenereerd
v.v.t.
  1. was geregenereerd
  2. was geregenereerd
  3. was geregenereerd
  4. waren geregenereerd
  5. waren geregenereerd
  6. waren geregenereerd
o.t.t.t.
  1. zal regenereren
  2. zult regenereren
  3. zal regenereren
  4. zullen regenereren
  5. zullen regenereren
  6. zullen regenereren
o.v.t.t.
  1. zou regenereren
  2. zou regenereren
  3. zou regenereren
  4. zouden regenereren
  5. zouden regenereren
  6. zouden regenereren
diversen
  1. regenereer!
  2. regenereert!
  3. geregenereerd
  4. regenererend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for regenereren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
erneuern regenereren aflossen; beteren; bijwerken; corrigeren; echoën; fiksen; goedmaken; herhalen; hernieuwen; herscheppen; herstellen; hervormen; herzien; in goede staat brengen; innoveren; kerk hervormen; maken; nabouwen; napraten; nazeggen; nieuw leven inblazen; opknappen; rechtzetten; reformeren; remplaceren; renoveren; repareren; verbeteren; vernieuwen; vervangen; verversen; verwisselen; wederopbouwen
neugestalten regenereren hernieuwen; herscheppen; herstellen; hervormen; in goede staat brengen; kerk hervormen; nieuw leven inblazen; opknappen; reformeren; renoveren; verbeteren; vernieuwen
regenerieren regenereren herscheppen
umgestalten regenereren aankweken; aanplanten; fokken; genereren; herscheppen; herstructureren; kweken; opkweken; planten; procreëren; saneren; telen; verbouwen; voortbrengen; wijzigen