Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. verkondigen:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for verkondigen:
    • erkundigen


Neerlandés

Traducciones detalladas de verkondigen de neerlandés a alemán

verkondigen:

verkondigen verbo (verkondig, verkondigt, verkondigde, verkondigden, verkondigd)

  1. verkondigen (een boodschap uitdragen; uitdragen)
    austragen; eine Nachricht austragen; aussäen; ausstreuen
    • austragen verbo (trage aus, trägst aus, trägt aus, trug aus, trugt aus, ausgetragen)
    • aussäen verbo (säe aus, säst aus, sät aus, säte aus, sätet aus, ausgesät)
    • ausstreuen verbo (streue aus, streust aus, streut aus, streute aus, streutet aus, ausgestreut)
  2. verkondigen (mening kenbaar maken)
    erklären; sein Meinung geben

Conjugaciones de verkondigen:

o.t.t.
  1. verkondig
  2. verkondigt
  3. verkondigt
  4. verkondigen
  5. verkondigen
  6. verkondigen
o.v.t.
  1. verkondigde
  2. verkondigde
  3. verkondigde
  4. verkondigden
  5. verkondigden
  6. verkondigden
v.t.t.
  1. heb verkondigd
  2. hebt verkondigd
  3. heeft verkondigd
  4. hebben verkondigd
  5. hebben verkondigd
  6. hebben verkondigd
v.v.t.
  1. had verkondigd
  2. had verkondigd
  3. had verkondigd
  4. hadden verkondigd
  5. hadden verkondigd
  6. hadden verkondigd
o.t.t.t.
  1. zal verkondigen
  2. zult verkondigen
  3. zal verkondigen
  4. zullen verkondigen
  5. zullen verkondigen
  6. zullen verkondigen
o.v.t.t.
  1. zou verkondigen
  2. zou verkondigen
  3. zou verkondigen
  4. zouden verkondigen
  5. zouden verkondigen
  6. zouden verkondigen
diversen
  1. verkondig!
  2. verkondigt!
  3. verkondigd
  4. verkondigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkondigen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ausstreuen een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen bezaaien; inzaaien; rondstrooien; uitstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien; zaaien
aussäen een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen bezaaien; inzaaien; rondstrooien; uitstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien; zaaien
austragen een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen bestellen; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; geven; inschrijving opheffen; klikken; orderen; rondbrieven; rondvertellen; schenken; ten einde dragen; uitdragen; uitspelen; uitstrooien; uitzaaien; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verklikken; verlenen; verlinken; verraden; verstrekken; vertellen; voldragen
eine Nachricht austragen een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen
erklären mening kenbaar maken; verkondigen accentueren; begrijpelijk maken; belichten; beschrijven; erbij zeggen; nader verklaren; noemen; ontvouwen; ophelderen; opklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken; verhelderen; verklaren; vermelden; weergeven
sein Meinung geben mening kenbaar maken; verkondigen

Wiktionary: verkondigen

verkondigen
verb
  1. (transitiv) öffentlich sagen

Cross Translation:
FromToVia
verkondigen verkünden; ankündigen; bekanntgeben announce — to give public notice, or first notice of
verkondigen predigen preach — Give a sermon
verkondigen verkünden pronounce — to officially declare
verkondigen ausrufen; proklamieren proclamerpublier, annoncer à haute voix et avec solennité.
verkondigen predigen prêcher — Donner un sermon

Traducciones relacionadas de verkondigen