Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de verschoten de neerlandés a alemán

verschoten:

verschoten adj.

  1. verschoten (flets; bleek; flauw)

Translation Matrix for verschoten:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
ausgebleicht bleek; flauw; flets; verschoten
fahl bleek; flauw; flets; verschoten afgezaagd; bleek; eentonig; flauw; flets; grauw; kleurloos; mistig; monotoon; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; pips; saai; slaapverwekkend; suf; vaag; vaal; vagelijk; vervelend; wazig
falb bleek; flauw; flets; verschoten grauwkleurig; grijs
farblos bleek; flauw; flets; verschoten beslagen; blank; bleek; dof; flets; glansloos; grauw; grauwkleurig; grijs; kleurloos; mat; niet helder; ongekleurd; vaal; verveloos; verweerd
glanzlos bleek; flauw; flets; verschoten beslagen; bleek; dof; flets; gematteerd; glansloos; grauwkleurig; grijs; kleurloos; mat; niet helder; verveloos
matt bleek; flauw; flets; verschoten armetierig; beslagen; bleek; bleekjes; dof; flauwtjes; flets; futloos; gammel; gematteerd; glansloos; kleurloos; krakkemikkig; kwijnend; lamlendig; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; niet helder; pips; slap; slapjes; wankel; wee; ziekelijk; zwak
schal bleek; flauw; flets; verschoten banaal; dor; duf; flauw; grof; laag-bij-de-grond; lomp; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; platvloers; schraal; schunnig; slap; smakeloos; suf; triviaal; verschaald; verschraald; vunzig; waterachtig; waterig; zonder smaak
verschlissen bleek; flauw; flets; verschoten afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen
verschossen bleek; flauw; flets; verschoten amoureus; verkikkerd; verliefd
welk bleek; flauw; flets; verschoten bleek; dor; droog; flets; kleurloos; krukkig; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verdord

verschieten:

verschieten verbo (verschiet, verschoot, verschoten, verschoten)

  1. verschieten (vaal worden; vervagen; vervalen; verkleuren)
    sichverfärben; verblassen; erblassen; erbleichen; einschießen; bleichen
    • verblassen verbo (verblasse, verblasst, verblasste, verblasstet, verblaßt)
    • erblassen verbo (erblasse, erblasst, erblasste, erblasstet, erblasst)
    • erbleichen verbo (erbleiche, erbleichst, erbleicht, erbleichte, erbleichtet, erbleicht)
    • einschießen verbo (schieße ein, schießest ein, schießt ein, schoß ein, schoßt ein, eingeschossen)
    • bleichen verbo (bleiche, bleichst, bleicht, bleichte, bleichtet, gebleicht)

Conjugaciones de verschieten:

o.t.t.
  1. verschiet
  2. verschiet
  3. verschiet
  4. verschieten
  5. verschieten
  6. verschieten
o.v.t.
  1. verschoot
  2. verschoot
  3. verschoot
  4. verschoten
  5. verschoten
  6. verschoten
v.t.t.
  1. heb verschoten
  2. hebt verschoten
  3. heeft verschoten
  4. hebben verschoten
  5. hebben verschoten
  6. hebben verschoten
v.v.t.
  1. had verschoten
  2. had verschoten
  3. had verschoten
  4. hadden verschoten
  5. hadden verschoten
  6. hadden verschoten
o.t.t.t.
  1. zal verschieten
  2. zult verschieten
  3. zal verschieten
  4. zullen verschieten
  5. zullen verschieten
  6. zullen verschieten
o.v.t.t.
  1. zou verschieten
  2. zou verschieten
  3. zou verschieten
  4. zouden verschieten
  5. zouden verschieten
  6. zouden verschieten
diversen
  1. verschiet!
  2. verschiet!
  3. verschoten
  4. verschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verschieten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bleichen vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen bleek worden; bleken; opbleken; tanen; verbleken; vervagen; wit wegtrekken
einschießen vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen iets mislopen; mislopen; missen
erblassen vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen bleek worden; bleken; opbleken; tanen; van kleur veranderen; verbleken; verflauwen; verkleuren; verslappen; vervagen; wit wegtrekken; wit worden
erbleichen vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen bleek worden; bleken; opbleken; tanen; van kleur veranderen; verbleken; verflauwen; verkleuren; verslappen; vervagen; wit wegtrekken; wit worden
sichverfärben vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen
verblassen vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen bleek worden; tanen; verbleken; verflauwen; verslappen; vervagen; wit wegtrekken; wit worden

Wiktionary: verschieten


Cross Translation:
FromToVia
verschieten erblassen; verblassen pâlirdevenir pâle.