Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. vooruitzetten:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de vooruitzetten de neerlandés a inglés

vooruitzetten:

vooruitzetten verbo (zet vooruit, zette vooruit, zetten vooruit, vooruitgezet)

  1. vooruitzetten (vooropzetten; beginnen met; vooropstellen)
    preconceive; to premise

Conjugaciones de vooruitzetten:

o.t.t.
  1. zet vooruit
  2. zet vooruit
  3. zet vooruit
  4. zetten vooruit
  5. zetten vooruit
  6. zetten vooruit
o.v.t.
  1. zette vooruit
  2. zette vooruit
  3. zette vooruit
  4. zetten vooruit
  5. zetten vooruit
  6. zetten vooruit
v.t.t.
  1. heb vooruitgezet
  2. hebt vooruitgezet
  3. heeft vooruitgezet
  4. hebben vooruitgezet
  5. hebben vooruitgezet
  6. hebben vooruitgezet
v.v.t.
  1. had vooruitgezet
  2. had vooruitgezet
  3. had vooruitgezet
  4. hadden vooruitgezet
  5. hadden vooruitgezet
  6. hadden vooruitgezet
o.t.t.t.
  1. zal vooruitzetten
  2. zult vooruitzetten
  3. zal vooruitzetten
  4. zullen vooruitzetten
  5. zullen vooruitzetten
  6. zullen vooruitzetten
o.v.t.t.
  1. zou vooruitzetten
  2. zou vooruitzetten
  3. zou vooruitzetten
  4. zouden vooruitzetten
  5. zouden vooruitzetten
  6. zouden vooruitzetten
diversen
  1. zet vooruit!
  2. zet vooruit!
  3. vooruitgezet
  4. vooruitzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vooruitzetten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
premise aanname; postulaat; premisse; stelling; these; thesis; vooronderstelling; voorwaarde
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
preconceive beginnen met; vooropstellen; vooropzetten; vooruitzetten
premise beginnen met; vooropstellen; vooropzetten; vooruitzetten

Wiktionary: vooruitzetten

vooruitzetten
verb
  1. naar voren zetten