Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. zakelijk:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de zakelijk de neerlandés a inglés

zakelijk:

zakelijk adj.

  1. zakelijk (nuchter; koel)

Translation Matrix for zakelijk:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cool afkoeling; afstandelijkheid; beheersing; controle; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; verkoeling; zelfbeheersing
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cool afkoelen; bekoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkoelen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
businesslike koel; nuchter; zakelijk
cool koel; nuchter; zakelijk afstandelijk; bedaard; flegmatisch; fris; frisjes; gaaf; gelijkmoedig; kalm; koel; koud; luchtig; mieters; onderkoeld; rustig; schitterend; stressbestendig; tof

Palabras relacionadas con "zakelijk":

  • zakelijkheid, zakelijker, zakelijkere, zakelijkst, zakelijkste, zakelijke

Wiktionary: zakelijk


Cross Translation:
FromToVia
zakelijk pertinent; relevant; germane sachbezogen — an der Sache orientiert; unter Zurückstellung persönlicher/emotionaler Faktoren
zakelijk appropriate sachgerechtsachlich richtig
zakelijk commercial commercial — Qui a rapport au commerce, à la vente comme à l’achat.
zakelijk concise; brief concis — Qui exprimer quelque chose le plus clairement possible avec un nombre de mots restreint.