Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. aanvoerend:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanvoerend de neerlandés a inglés

aanvoerend:

aanvoerend adj.

  1. aanvoerend (leidend; eerste)

Translation Matrix for aanvoerend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
leading aanvoeren; aanvoering; besturen; interlinie; leiding; leidinggeven; regelafstand; voorgaan
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
leading aanvoerend; eerste; leidend befaamd; dominant; geacht; gezaghebbend; hooggeplaatst; hooggezeten; leidend; maatgevend; prominent; toonaangevend; vooraan; vooraanstaand; vooraanstaande; voorin; voornaam; voorop
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
first aanvoerend; eerste; leidend aanvankelijk; eerst; eerste
foremost aanvoerend; eerste; leidend aanvankelijk; eerst; leidend; vooraan; voorin; voorop