Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. bemoeilijken:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bemoeilijken de neerlandés a inglés

bemoeilijken:

bemoeilijken verbo (bemoeilijk, bemoeilijkt, bemoeilijkte, bemoeilijkten, bemoeilijkt)

  1. bemoeilijken (moeilijker maken; zwaarder maken)
    to thwart; to hinder; to make more difficult; to make harder; to make heavier
    • thwart verbo (thwarts, thwarted, thwarting)
    • hinder verbo (hinders, hindered, hindering)
    • make more difficult verbo (makes more difficult, made more difficult, making more difficult)
    • make harder verbo (makes harder, made harder, making harder)
    • make heavier verbo (makes heavier, made heavier, making heavier)

Conjugaciones de bemoeilijken:

o.t.t.
  1. bemoeilijk
  2. bemoeilijkt
  3. bemoeilijkt
  4. bemoeilijken
  5. bemoeilijken
  6. bemoeilijken
o.v.t.
  1. bemoeilijkte
  2. bemoeilijkte
  3. bemoeilijkte
  4. bemoeilijkten
  5. bemoeilijkten
  6. bemoeilijkten
v.t.t.
  1. heb bemoeilijkt
  2. hebt bemoeilijkt
  3. heeft bemoeilijkt
  4. hebben bemoeilijkt
  5. hebben bemoeilijkt
  6. hebben bemoeilijkt
v.v.t.
  1. had bemoeilijkt
  2. had bemoeilijkt
  3. had bemoeilijkt
  4. hadden bemoeilijkt
  5. hadden bemoeilijkt
  6. hadden bemoeilijkt
o.t.t.t.
  1. zal bemoeilijken
  2. zult bemoeilijken
  3. zal bemoeilijken
  4. zullen bemoeilijken
  5. zullen bemoeilijken
  6. zullen bemoeilijken
o.v.t.t.
  1. zou bemoeilijken
  2. zou bemoeilijken
  3. zou bemoeilijken
  4. zouden bemoeilijken
  5. zouden bemoeilijken
  6. zouden bemoeilijken
diversen
  1. bemoeilijk!
  2. bemoeilijkt!
  3. bemoeilijkt
  4. bemoeilijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bemoeilijken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
thwart roeibank
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
hinder bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken afbreken; doen mislukken; doen ophouden; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; hinderen; moeilijk maken; obstructie plegen; onderbreken; onmogelijk maken; storen; tegenwerken; verhinderen; verijdelen
make harder bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken
make heavier bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken
make more difficult bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken
thwart bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken dwarsbomen; dwarsliggen; hinderen; onmogelijk maken; storen; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verhinderen; verijdelen; weerstreven

Wiktionary: bemoeilijken

bemoeilijken
verb
  1. moeilijker maken