Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. boordje:


Neerlandés

Traducciones detalladas de boordje de neerlandés a inglés

boordje:

boordje [het ~] sustantivo

  1. het boordje (kraagje)
    the necklet; the collar

Translation Matrix for boordje:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
collar boordje; kraagje boord; gareel; halsband; halskraag; harnas; kraag; leiband; toom; tuig
necklet boordje; kraagje
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
collar achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken