Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. curator:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de curator de neerlandés a inglés

curator:

curator [de ~ (m)] sustantivo

  1. de curator (voogd)
    the curator; the guardian; the tutor
  2. de curator (boedelredder)
    the executor; the trustee; the regent

Translation Matrix for curator:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
curator curator; voogd
executor boedelredder; curator
guardian curator; voogd gezinsvoogd; voogd
regent boedelredder; curator administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; plaatsbekleder; referendaris; regentes; stadhouder; trustee
trustee boedelredder; curator administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris; trustee
tutor curator; voogd begeleider; docent; instructeur; leerkracht; leermeester; leraar; meester; mentor; oefenmeester; onderwijzer; opleider; opleidster; opvoeder; pedant; schoolmeester
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
tutor bekwamen; bijleren; coachen; harden; oefenen; ontwikkelen; opleiden; scholen; trainen

Palabras relacionadas con "curator":

  • curatoren, curators

Wiktionary: curator

curator
Cross Translation:
FromToVia
curator curator Kustos — wissenschaftlicher Betreuer einer Sammlung oder eines Museums