Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. laatstelijk:


Neerlandés

Traducciones detalladas de laatstelijk de neerlandés a inglés

laatstelijk:

laatstelijk adv.

  1. laatstelijk
    last
  2. laatstelijk (onlangs; kortgeleden; recentelijk; )

Translation Matrix for laatstelijk:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
last achterste; benjamin; hekkensluiters; jongste; laatste; laatsten; laatstgeboren; laatstgeborene; leest; vorige
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
last blijven; duren
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
lately kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
recently kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk net; nog maar pas; recent
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
last laatstelijk achterste; afgelopen; finaal; jongstleden; laatste; laatstgenoemd; verleden; vorig
the other day kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk