Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. munt:
  2. munten:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de munt de neerlandés a inglés

munt:

munt [de ~ (m)] sustantivo

  1. de munt (plaatje als herkenningsteken; penning)
    the token; the badge; the medal
    • token [the ~] sustantivo
    • badge [the ~] sustantivo
    • medal [the ~] sustantivo
  2. de munt (geldstuk; muntstuk; penning)
    the specie; the coin
    • specie [the ~] sustantivo
    • coin [the ~] sustantivo
  3. de munt (muntstuk)
    the coin
    • coin [the ~] sustantivo

Translation Matrix for munt:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
badge munt; penning; plaatje als herkenningsteken badge; decoratie; ereteken; insigne; kenteken; merkteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ordeteken; pin; ridderorde; speld; speldje; teken
coin geldstuk; munt; muntstuk; penning geldsoort; geldspecie
medal munt; penning; plaatje als herkenningsteken decoratie; ereteken; medaille; onderscheiding; onderscheidingsteken; plak; ridderorde; teken
specie geldstuk; munt; muntstuk; penning geldsoort; geldspecie; muntspecie
token munt; penning; plaatje als herkenningsteken bewijs; blijk; bon; coupon; teken; token
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
coin aanmunten; munten

Palabras relacionadas con "munt":


Sinónimos de "munt":


Definiciones relacionadas de "munt":

  1. betaalmiddel van metaal1
    • ik had drie munten in mijn portemonnee1
  2. plant met pepermuntsmaak1
    • een beetje munt in de thee is erg lekker1

Wiktionary: munt

munt
noun
  1. een plant met sterk aromatische blaadjes waarvan muntthee wordt getrokken, ze worden ook als keukenkruid gebruikt
  2. geldstuk
munt
noun
  1. herb flavouring
  2. plant
  3. money-producing building or institution
  4. operated by coins
  5. (currency) A piece of currency
  6. reverse side of a coin
  7. piece of stamped metal used as a substitute for money
adjective
  1. operated by coins

Cross Translation:
FromToVia
munt mint menthe — (botanique) plante odoriférante, de la famille des labiées.

munten:

munten verbo (munt, muntte, muntten, gemunt)

  1. munten
    strike coins; to coin; to mint

Conjugaciones de munten:

o.t.t.
  1. munt
  2. munt
  3. munt
  4. munten
  5. munten
  6. munten
o.v.t.
  1. muntte
  2. muntte
  3. muntte
  4. muntten
  5. muntten
  6. muntten
v.t.t.
  1. heb gemunt
  2. hebt gemunt
  3. heeft gemunt
  4. hebben gemunt
  5. hebben gemunt
  6. hebben gemunt
v.v.t.
  1. had gemunt
  2. had gemunt
  3. had gemunt
  4. hadden gemunt
  5. hadden gemunt
  6. hadden gemunt
o.t.t.t.
  1. zal munten
  2. zult munten
  3. zal munten
  4. zullen munten
  5. zullen munten
  6. zullen munten
o.v.t.t.
  1. zou munten
  2. zou munten
  3. zou munten
  4. zouden munten
  5. zouden munten
  6. zouden munten
en verder
  1. is gemunt
  2. zijn gemunt
diversen
  1. munt!
  2. munt!
  3. gemunt
  4. muntend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for munten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
coin geldsoort; geldspecie; geldstuk; munt; muntstuk; penning
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
coin munten aanmunten
mint munten aanmunten
strike coins munten

Palabras relacionadas con "munten":


Wiktionary: munten

munten
verb
  1. to reproduce coins
  2. to create coins
adjective
  1. operated by coins
noun
  1. operated by coins

Traducciones relacionadas de munt