Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. ontering:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ontering de neerlandés a inglés

ontering:

ontering [de ~ (v)] sustantivo

  1. de ontering (verlaging)
    the degradation; the disgracement; the dishonering; the cut; the salary cut

Translation Matrix for ontering:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cut ontering; verlaging bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; coupure; inkeping; inkerving; inkrimping; insnijding; jaap; keep; kerf; korting; kostenbesparing; prijsverlaging; prijsvermindering; reductie; snede; snee; sneetje; snijwond; snijwondje; snit; snoeiing; verkorting
degradation ontering; verlaging degradatie; terugzetting; verlaging; vernedering
disgracement ontering; verlaging
dishonering ontering; verlaging
salary cut ontering; verlaging bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kostenbesparing; salarisvermindering; verkorting
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cut aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; coifferen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doorknippen; doormidden hakken; een knippend geluid maken; entameren; houtsnijden; in hout schrijven; in tweeën houwen; kappen; kerven; klieven; kloven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snerpen; snijden; snijwerk maken; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
cut gekuist; gesneden; zedig gemaakt

Palabras relacionadas con "ontering":

  • onteringen