Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. pony:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de pony de neerlandés a inglés

pony:

pony [de ~ (m)] sustantivo

  1. de pony (haardracht)
    the fringe; the bang
    • fringe [the ~] sustantivo
    • bang [the ~] sustantivo

Translation Matrix for pony:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bang haardracht; pony bam; dreun; explosie; harde slag; klap; knal; kwak; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; smak
fringe haardracht; pony boordsel; franje; galon; omzoming; oplegsel; passement; tres; versiering van rafels
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bang bonken; een klap geven; hameren; hard slaan; hengsten; kloppen met een hamer; knallen; meppen; rammen; slaan; timmeren
fringe zomen
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
bang boem

Palabras relacionadas con "pony":

  • pony'tje

Wiktionary: pony

pony
noun
  1. een klein soort paard
pony
en-plural noun
  1. hair that hangs down over the forehead
noun
  1. small horse