Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. praatjes hebben:


Neerlandés

Traducciones detalladas de praatjes hebben de neerlandés a inglés

praatjes hebben:

praatjes hebben [znw.] sustantivo

  1. praatjes hebben (praatjes)
    the swaggerer; the braggart

Translation Matrix for praatjes hebben:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
braggart praatjes; praatjes hebben bluffer; dikdoener; geurmaker; grootspreker; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praalhans; praatjesmakers; showbink; snoever; snoevers; spekkopers; windbuil; windbuilen
swaggerer praatjes; praatjes hebben bluffer; geurmaker; opschepper; patser; pocher; praalhans; showbink

Traducciones relacionadas de praatjes hebben