Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. rekwireren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de rekwireren de neerlandés a inglés

rekwireren:

rekwireren verbo (rekwireer, rekwireert, rekwireerde, rekwireerden, gerekwireerd)

  1. rekwireren (opeisen; eisen; aanspraak maken op; vorderen; opvorderen)
    to demand; to claim; to lay claim to
    • demand verbo (demands, demanded, demanding)
    • claim verbo (claims, claimed, claiming)
    • lay claim to verbo (lays claim to, laid claim to, laying claim to)

Conjugaciones de rekwireren:

o.t.t.
  1. rekwireer
  2. rekwireert
  3. rekwireert
  4. rekwireren
  5. rekwireren
  6. rekwireren
o.v.t.
  1. rekwireerde
  2. rekwireerde
  3. rekwireerde
  4. rekwireerden
  5. rekwireerden
  6. rekwireerden
v.t.t.
  1. heb gerekwireerd
  2. hebt gerekwireerd
  3. heeft gerekwireerd
  4. hebben gerekwireerd
  5. hebben gerekwireerd
  6. hebben gerekwireerd
v.v.t.
  1. had gerekwireerd
  2. had gerekwireerd
  3. had gerekwireerd
  4. hadden gerekwireerd
  5. hadden gerekwireerd
  6. hadden gerekwireerd
o.t.t.t.
  1. zal rekwireren
  2. zult rekwireren
  3. zal rekwireren
  4. zullen rekwireren
  5. zullen rekwireren
  6. zullen rekwireren
o.v.t.t.
  1. zou rekwireren
  2. zou rekwireren
  3. zou rekwireren
  4. zouden rekwireren
  5. zouden rekwireren
  6. zouden rekwireren
en verder
  1. is gerekwireerd
  2. zijn gerekwireerd
diversen
  1. rekwireer!
  2. rekwireert!
  3. gerekwireerd
  4. rekwirerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rekwireren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
claim aanspraak; aanspraak maken op; beweren; claim; eis; eis tot schadevergoeding; opvragen; opvraging; recht; rechtsgrond; rechtstitel; rechtsvordering; schadeclaim; schadevordering; schuldvordering; titel; vordering; vraag
demand aanmaning; aansporing tot plicht; aanspraak; claim; eis; herinnering; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel; vordering; vraag
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
claim aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen aanspraak op maken; aanvragen; eisen; inmanen; invorderen; opvragen; verzoeken; vorderen; vragen
demand aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen eisen; inmanen; invorderen; vereisen; vergen; verlangen; vorderen; vraag stellen; vragen
lay claim to aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen