Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. sodemieteren:
  2. sodemieter:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de sodemieteren de neerlandés a inglés

sodemieteren:

sodemieteren verbo (sodemieter, sodemietert, sodemieterde, sodemieterden, gesodemieterd)

  1. sodemieteren
    to chuck; to fall; to tumble
    • chuck verbo (chucks, chucked, chucking)
    • fall verbo (falls, fell, falling)
    • tumble verbo (tumbles, tumbled, tumbling)

Conjugaciones de sodemieteren:

o.t.t.
  1. sodemieter
  2. sodemietert
  3. sodemietert
  4. sodemieteren
  5. sodemieteren
  6. sodemieteren
o.v.t.
  1. sodemieterde
  2. sodemieterde
  3. sodemieterde
  4. sodemieterden
  5. sodemieterden
  6. sodemieterden
v.t.t.
  1. heb gesodemieterd
  2. hebt gesodemieterd
  3. heeft gesodemieterd
  4. hebben gesodemieterd
  5. hebben gesodemieterd
  6. hebben gesodemieterd
v.v.t.
  1. had gesodemieterd
  2. had gesodemieterd
  3. had gesodemieterd
  4. hadden gesodemieterd
  5. hadden gesodemieterd
  6. hadden gesodemieterd
o.t.t.t.
  1. zal sodemieteren
  2. zult sodemieteren
  3. zal sodemieteren
  4. zullen sodemieteren
  5. zullen sodemieteren
  6. zullen sodemieteren
o.v.t.t.
  1. zou sodemieteren
  2. zou sodemieteren
  3. zou sodemieteren
  4. zouden sodemieteren
  5. zouden sodemieteren
  6. zouden sodemieteren
en verder
  1. ben gesodemieterd
  2. bent gesodemieterd
  3. is gesodemieterd
  4. zijn gesodemieterd
  5. zijn gesodemieterd
  6. zijn gesodemieterd
diversen
  1. sodemieter!
  2. sodemietert!
  3. gesodemieterd
  4. sodemieterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for sodemieteren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fall achteruitgang; afname; baisse; daling; deflatie; herfst; herfsttijd; instorting; inzinking; landing; minder worden; najaar; neervallen; prijsdaling; prijsverlaging; terechtkomen; teruggang; terugloop; val; vermindering
tumble buiteling; tuimelen; tuimeling; vallen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
chuck sodemieteren kozen
fall sodemieteren bezwijken; doodgaan; erin vallen; flikkeren; heengaan; inslapen; kelderen; kiepen; kieperen; omkomen; ondergaan; onderuitgaan; op zijn bek gaan; overlijden; raken; sneuvelen; sterven; te gronde gaan; ten ondergaan; ten val komen; terechtkomen; treffen; tuimelen; vallen; wegvallen; zakken
tumble sodemieteren buitelen; duikelen; flikkeren; kelderen; kiepen; kieperen; tuimelen; vallen; zakken

Palabras relacionadas con "sodemieteren":


sodemieteren forma de sodemieter:

sodemieter [de ~ (m)] sustantivo

  1. de sodemieter
    the shithead; the jerk

Translation Matrix for sodemieter:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
jerk sodemieter debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; oetlul; waanzinnige; zot
shithead sodemieter eikel; hond; klootzak; lul; oetlul; schijtbak; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap

Palabras relacionadas con "sodemieter":


Wiktionary: sodemieter

sodemieter
noun
  1. dated slang: a damn
  2. someone who commits buggery

Cross Translation:
FromToVia
sodemieter pig; scoundrel; rapscallion Halunke(abwertend)
sodemieter rascal; scamp Halunke(scherzend) kleiner frecher Junge
sodemieter rogue Schelm — Mensch, der gerne scherzt und neckt
sodemieter villain; rogue Schurke — jmd., der moralisch verwerflich handelt