Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. bespatten:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bespatten de neerlandés a español

bespatten:

bespatten verbo (bespat, bespatte, bespatten, bespat)

  1. bespatten (bespetteren)
    rociar; regar

Conjugaciones de bespatten:

o.t.t.
  1. bespat
  2. bespat
  3. bespat
  4. bespatten
  5. bespatten
  6. bespatten
o.v.t.
  1. bespatte
  2. bespatte
  3. bespatte
  4. bespatten
  5. bespatten
  6. bespatten
v.t.t.
  1. heb bespat
  2. hebt bespat
  3. heeft bespat
  4. hebben bespat
  5. hebben bespat
  6. hebben bespat
v.v.t.
  1. had bespat
  2. had bespat
  3. had bespat
  4. hadden bespat
  5. hadden bespat
  6. hadden bespat
o.t.t.t.
  1. zal bespatten
  2. zult bespatten
  3. zal bespatten
  4. zullen bespatten
  5. zullen bespatten
  6. zullen bespatten
o.v.t.t.
  1. zou bespatten
  2. zou bespatten
  3. zou bespatten
  4. zouden bespatten
  5. zouden bespatten
  6. zouden bespatten
diversen
  1. bespat!
  2. bespat!
  3. bespat
  4. bespattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bespatten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
regar bespatten; bespetteren begieten; besproeien; bespuiten; bevloeien; bevochtigen; gieten; irrigeren; schenken; sproeien; uitstorten; water geven
rociar bespatten; bespetteren begieten; besprenkelen; besproeien; sprenkelen; water geven

Wiktionary: bespatten


Cross Translation:
FromToVia
bespatten salpicar éclaboussercouvrir quelqu’un ou quelque chose d’une boue qu’on faire jaillir.