Neerlandés
Traducciones detalladas de krabben de neerlandés a español
krabben:
-
krabben (wortels schrapen; schrappen)
Conjugaciones de krabben:
o.t.t.
- krab
- krabt
- krabt
- krabben
- krabben
- krabben
o.v.t.
- krabde
- krabde
- krabde
- krabden
- krabden
- krabden
v.t.t.
- heb gekrabd
- hebt gekrabd
- heeft gekrabd
- hebben gekrabd
- hebben gekrabd
- hebben gekrabd
v.v.t.
- had gekrabd
- had gekrabd
- had gekrabd
- hadden gekrabd
- hadden gekrabd
- hadden gekrabd
o.t.t.t.
- zal krabben
- zult krabben
- zal krabben
- zullen krabben
- zullen krabben
- zullen krabben
o.v.t.t.
- zou krabben
- zou krabben
- zou krabben
- zouden krabben
- zouden krabben
- zouden krabben
en verder
- ben gekrabd
- bent gekrabd
- is gekrabd
- zijn gekrabd
- zijn gekrabd
- zijn gekrabd
diversen
- krab!
- krabt!
- gekrabd
- krabbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for krabben:
| Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
| raspar zanahorias | krabben; schrappen; wortels schrapen |
Palabras relacionadas con "krabben":
krab:
Translation Matrix for krab:
| Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
| arañazo | krab; krabwond; kras; schram | haal; kras; pennekras; schrammetje |
| rasguño | krab; krabwond; kras; schram | schrammetje |