Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. openbranden:


Neerlandés

Traducciones detalladas de openbranden de neerlandés a español

openbranden:

openbranden verbo (brand open, brandt open, brandde open, brandden open, opengebrand)

  1. openbranden (losbranden)

Conjugaciones de openbranden:

o.t.t.
  1. brand open
  2. brandt open
  3. brandt open
  4. branden open
  5. branden open
  6. branden open
o.v.t.
  1. brandde open
  2. brandde open
  3. brandde open
  4. brandden open
  5. brandden open
  6. brandden open
v.t.t.
  1. heb opengebrand
  2. hebt opengebrand
  3. heeft opengebrand
  4. hebben opengebrand
  5. hebben opengebrand
  6. hebben opengebrand
v.v.t.
  1. had opengebrand
  2. had opengebrand
  3. had opengebrand
  4. hadden opengebrand
  5. hadden opengebrand
  6. hadden opengebrand
o.t.t.t.
  1. zal openbranden
  2. zult openbranden
  3. zal openbranden
  4. zullen openbranden
  5. zullen openbranden
  6. zullen openbranden
o.v.t.t.
  1. zou openbranden
  2. zou openbranden
  3. zou openbranden
  4. zouden openbranden
  5. zouden openbranden
  6. zouden openbranden
en verder
  1. is opengebrand
  2. zijn opengebrand
diversen
  1. brand open!
  2. brandt open!
  3. opengebrand
  4. openbrandend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for openbranden:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
estallar losbranden; openbranden aan stukken springen; aanleren; afsnauwen; barsten; breken; eigen maken; exploderen; klappen; knallen; kwakken; leren; losbarsten; losbreken; losspringen; met opzet kapotmaken; neerkwakken; neerploffen; ontploffen; openspringen; oppikken; opsteken; over iets springen; ploffen; smakken; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteenspatten; uitvallen tegen; vanaf springen; verwerven