Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. opus:


Neerlandés

Traducciones detalladas de opus de neerlandés a español

opus:

opus [het ~] sustantivo

  1. het opus
    el opus; la obra
    • opus [el ~] sustantivo
    • obra [la ~] sustantivo

Translation Matrix for opus:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
obra opus ambacht; arbeid; bezigheid; hobby; ijver; ijverigheid; inspanning; job; karwei; loonarbeid; loonwerk; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; pennenvrucht; taak; vak; vlijt; vlijtigheid; werk; werklust; werkzaamheid
opus opus

Palabras relacionadas con "opus":

  • opussen