Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. sissen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de sissen de neerlandés a español

sissen:

sissen verbo (sis, sist, siste, sisten, gesist)

  1. sissen (lispelen; fluisteren)

Conjugaciones de sissen:

o.t.t.
  1. sis
  2. sist
  3. sist
  4. sissen
  5. sissen
  6. sissen
o.v.t.
  1. siste
  2. siste
  3. siste
  4. sisten
  5. sisten
  6. sisten
v.t.t.
  1. heb gesist
  2. hebt gesist
  3. heeft gesist
  4. hebben gesist
  5. hebben gesist
  6. hebben gesist
v.v.t.
  1. had gesist
  2. had gesist
  3. had gesist
  4. hadden gesist
  5. hadden gesist
  6. hadden gesist
o.t.t.t.
  1. zal sissen
  2. zult sissen
  3. zal sissen
  4. zullen sissen
  5. zullen sissen
  6. zullen sissen
o.v.t.t.
  1. zou sissen
  2. zou sissen
  3. zou sissen
  4. zouden sissen
  5. zouden sissen
  6. zouden sissen
en verder
  1. ben gesist
  2. bent gesist
  3. is gesist
  4. zijn gesist
  5. zijn gesist
  6. zijn gesist
diversen
  1. sis!
  2. sist!
  3. gesist
  4. sissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for sissen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
chillar joelen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bisbisear fluisteren; lispelen; sissen
brindar fluisteren; lispelen; sissen een toost uitbrengen; heien; klampen; kletteren; proosten; rammelen; toosten
chillar fluisteren; lispelen; sissen blaffen; blèren; brullen; bulderen; daveren; emmeren; foeteren; gillen; het uitgillen; huilen; janken; joelen; knarsen; krassen; krijsen; luidkeels iets verkondigen; piepen; roepen; schetteren; schreeuwen; tetteren; uitbrullen; uitgillen; uitjouwen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen; zich beklagen; zich krabben
dar alaridos fluisteren; lispelen; sissen blèren; brullen; gillen; huilen; janken; krijsen; roepen
musitar fluisteren; lispelen; sissen mompelen; prevelen
silbar fluisteren; lispelen; sissen blazen; fluiten; knisperen; pijpen; ritselen; ruisen; suizelen; suizen; uitfluiten