Neerlandés

Traducciones detalladas de talmend de neerlandés a español

talmend:


Translation Matrix for talmend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
indeciso wankelmoedige; weifelaar
remolón draler; druil; hannes; keutelaar; luiaard; luilak; luiwammes; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
tardón hannes; laatkomer; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; telaatkomer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
indeciso aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend aanvechtbaar; aarzelend; besluiteloos; bestrijdbaar; betwistbaar; dubieus; halfslachtig; kwestieus; niet helder; onbeslist; onduidelijk; onstandvastig; onuitgemaakt; schoorvoetend; twijfelachtig; twijfelmoedig; vaag; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
irresoluto aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend aarzelend; afgedempt; gedempt; halfslachtig; onbeslist; onstandvastig; onuitgemaakt; schoorvoetend; twijfelmoedig; wankelmoedig; weifelend
lento aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend bezadigd; gezapig; langzaamaan; lijzig; log; loom; sloom
remolón aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
tardón aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
vacilante aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend geestelijk onstabiel; halfslachtig; huiverig; insolide; labiel; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; onstandvastig; troebel; twijfelmoedig; vaag; variabel; variërend; wankelmoedig

talmend forma de talmen:

Conjugaciones de talmen:

o.t.t.
  1. talm
  2. talmt
  3. talmt
  4. talmen
  5. talmen
  6. talmen
o.v.t.
  1. talmde
  2. talmde
  3. talmde
  4. talmden
  5. talmden
  6. talmden
v.t.t.
  1. heb getalmd
  2. hebt getalmd
  3. heeft getalmd
  4. hebben getalmd
  5. hebben getalmd
  6. hebben getalmd
v.v.t.
  1. had getalmd
  2. had getalmd
  3. had getalmd
  4. hadden getalmd
  5. hadden getalmd
  6. hadden getalmd
o.t.t.t.
  1. zal talmen
  2. zult talmen
  3. zal talmen
  4. zullen talmen
  5. zullen talmen
  6. zullen talmen
o.v.t.t.
  1. zou talmen
  2. zou talmen
  3. zou talmen
  4. zouden talmen
  5. zouden talmen
  6. zouden talmen
en verder
  1. ben getalmd
  2. bent getalmd
  3. is getalmd
  4. zijn getalmd
  5. zijn getalmd
  6. zijn getalmd
diversen
  1. talm!
  2. talmt!
  3. getalmd
  4. talmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for talmen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aplazar aarzelen; dubben; talmen; weifelen opschorten; opschuiven; rekken; schuivend verplaatsen; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven
demorar aarzelen; dralen; drentelen; druilen; dubben; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; weifelen; zaniken; zeiken; zeuren ophouden; opschorten; opschuiven; rekken; temporiseren; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven
demorarse aarzelen; dralen; drentelen; druilen; dubben; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; weifelen; zaniken; zeiken; zeuren ophouden; rekken; temporiseren; vertragen
estancarse blijven hangen; dralen; talmen op hetzelfde niveau blijven; stagneren; verzanden
hacer más lento aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren
holgazanear dralen; drentelen; talmen; teuten; treuzelen aanklooien; klooien; lanterfanten; leeglopen; lijntrekken; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rotzooien; vrijlopen
retrasar aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren opschorten; opschuiven; rekken; temporiseren; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven
tardar aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren opschorten; opschuiven; rekken; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven
vacilar aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren aarzelen; betwijfelen; fluctueren; omwisselen; twijfelen; variëren; wankelen; weifelen; wisselen

Wiktionary: talmen


Cross Translation:
FromToVia
talmen demorar tarry — delay or be tardy
talmen dudar; vacilar zögern — (intransitiv) etwas aufschieben, nicht sofort tun