Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. wegscheren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de wegscheren de neerlandés a español

wegscheren:

wegscheren verbo (scheer weg, scheert weg, schoor weg, schoren weg, weggeschoren)

  1. wegscheren

Conjugaciones de wegscheren:

o.t.t.
  1. scheer weg
  2. scheert weg
  3. scheert weg
  4. scheren weg
  5. scheren weg
  6. scheren weg
o.v.t.
  1. schoor weg
  2. schoor weg
  3. schoor weg
  4. schoren weg
  5. schoren weg
  6. schoren weg
v.t.t.
  1. heb weggeschoren
  2. hebt weggeschoren
  3. heeft weggeschoren
  4. hebben weggeschoren
  5. hebben weggeschoren
  6. hebben weggeschoren
v.v.t.
  1. had weggeschoren
  2. had weggeschoren
  3. had weggeschoren
  4. hadden weggeschoren
  5. hadden weggeschoren
  6. hadden weggeschoren
o.t.t.t.
  1. zal wegscheren
  2. zult wegscheren
  3. zal wegscheren
  4. zullen wegscheren
  5. zullen wegscheren
  6. zullen wegscheren
o.v.t.t.
  1. zou wegscheren
  2. zou wegscheren
  3. zou wegscheren
  4. zouden wegscheren
  5. zouden wegscheren
  6. zouden wegscheren
diversen
  1. scheer weg!
  2. scheert weg!
  3. weggeschoren
  4. wegscherend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegscheren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
largarse inrukken; ophoepelen
pirarse inrukken; ophoepelen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
borrarse wegscheren
largarse wegscheren afreizen; de plaat poetsen; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; ervandoor gaan; gaan; heengaan; hem smeren; inrukken; met de noorderzon vertrekken; naar de vijand overlopen; opbreken; opdonderen; opflikkeren; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; oprotten; opstappen; verdwijnen; verlaten; vertrekken; weggaan; wegreizen; wegtrekken; zich uit de voeten maken; zich wegscheren
pirarse wegscheren zich wegscheren

Traducciones relacionadas de wegscheren