Neerlandés

Traducciones detalladas de blok de neerlandés a francés

blok:

blok [het ~] sustantivo

  1. het blok (huizenblok)
    l'ensemble immobilier; le bloc de maisons; le complexe immobilier
  2. het blok (hakblok; snijblok; vleesblok; slagersblok)
    le billot; la planche à découper

blok [de ~ (m)] sustantivo

  1. de blok (speelgoedblok)
    le bloc; le cube
    • bloc [le ~] sustantivo
    • cube [le ~] sustantivo
  2. de blok
    le lingot

Translation Matrix for blok:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
billot blok; hakblok; slagersblok; snijblok; vleesblok slachtbank; slachtblok; slagersbank; slagersblok
bloc blok; speelgoedblok aandeel; blocnote; complex; noodrantsoen; part; portie; rantsoen; schrijfblok; schrijfblokje
bloc de maisons blok; huizenblok complex
complexe immobilier blok; huizenblok complex
cube blok; speelgoedblok OLAP-kubus; blokje; dobbelsteen; kubus; teerling
ensemble immobilier blok; huizenblok complex
lingot blok baton; staaf; staf; stang; stok
planche à découper blok; hakblok; slagersblok; snijblok; vleesblok
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
cube dobbelsteen

Palabras relacionadas con "blok":


Definiciones relacionadas de "blok":

  1. aantal huizen aan elkaar1
    • we lopen een blokje om1
  2. hoekig stuk1
    • dit is een blok hout voor de open haard1
  3. vierkant motiefje1
    • hij schilderde blokjes langs de rand1

Wiktionary: blok

blok
noun
  1. masse, gros morceau d’une matière pesante et dure, telle que la pierre, le marbre, le fer non encore travailler.
  2. ferro|fr Méthode généralement employée pour assurer l’espacement des convois ferroviaires circulant dans le même sens sur une même voie.
  3. Hexaèdre

Cross Translation:
FromToVia
blok barre bar — solid object with uniform cross-section
blok barre bar — cuboid piece of any commodity
blok bloc block — substantial piece
blok billot block — chopping block; cuboid base for cutting
blok pâté de maison; rue block — distance from one street to another
blok bloc block — set of paper sheets
blok bachot swot — vigorous study
blok pavé Quaderbehauener Steinblock

blok forma de blokken:

blokken verbo (blok, blokt, blokte, blokten, geblokt)

  1. blokken (hard studeren; hengsten)
    bosser; bûcher; potasser
    • bosser verbo (bosse, bosses, bossons, bossez, )
    • bûcher verbo (bûche, bûches, bûchons, bûchez, )
    • potasser verbo (potasse, potasses, potassons, potassez, )
  2. blokken (studeren; leren)
    étudier; faire des études
    • étudier verbo (étudie, étudies, étudions, étudiez, )

Conjugaciones de blokken:

o.t.t.
  1. blok
  2. blokt
  3. blokt
  4. blokken
  5. blokken
  6. blokken
o.v.t.
  1. blokte
  2. blokte
  3. blokte
  4. blokten
  5. blokten
  6. blokten
v.t.t.
  1. heb geblokt
  2. hebt geblokt
  3. heeft geblokt
  4. hebben geblokt
  5. hebben geblokt
  6. hebben geblokt
v.v.t.
  1. had geblokt
  2. had geblokt
  3. had geblokt
  4. hadden geblokt
  5. hadden geblokt
  6. hadden geblokt
o.t.t.t.
  1. zal blokken
  2. zult blokken
  3. zal blokken
  4. zullen blokken
  5. zullen blokken
  6. zullen blokken
o.v.t.t.
  1. zou blokken
  2. zou blokken
  3. zou blokken
  4. zouden blokken
  5. zouden blokken
  6. zouden blokken
diversen
  1. blok!
  2. blokt!
  3. geblokt
  4. blokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

blokken [het ~] sustantivo

  1. het blokken (studeren; leren; bekwamen)
    l'action d'étudier

blokken [de ~] sustantivo, plural

  1. de blokken (hakblokken)
    l'étals

Translation Matrix for blokken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
action d'étudier bekwamen; blokken; leren; studeren
bûcher brandstapel; houtmijt
étals blokken; hakblokken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bosser blokken; hard studeren; hengsten
bûcher blokken; hard studeren; hengsten leerstof erin stampen; vossen
faire des études blokken; leren; studeren
potasser blokken; hard studeren; hengsten leerstof erin stampen
étudier blokken; leren; studeren bestuderen; controleren; doornemen; doorvorsen; instuderen; leerstof erin stampen; leren; lezen; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; navorsen; onderwijzen; onderzoeken

Palabras relacionadas con "blokken":


Wiktionary: blokken

blokken
verb
  1. heel hard studeren

Cross Translation:
FromToVia
blokken bûcher; bosser; bourrer; potasser; crâne cram — to swot
blokken rabâcher drill — to make to remember
blokken bûcher; bosser; potasser swot — study hard
blokken bûcher; bosser; potasser swot — study something hard

Traducciones relacionadas de blok