Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
attitude
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; houding; instelling; lichaamshouding; manier; mentaliteit; optreden; pose; stand; standje
|
attitude physique
|
positie; stand van het lichaam; standpunt
|
|
avis
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
aankondiging; aankondigingen; aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanzegging; advies; bekendmaking; bericht; boodschap; convocatie; denkbeeld; deurwaardersexploot; gewag; gezichtspunt; gezindheid; herinnering; idee; informatie; interpretatie; inzicht; journaal; kennisgeving; kennisneming; kijk; lezing; mededeling; melding; mening; meningsuiting; nieuws; oordeel; opgave; opinie; oproeping; opvatting; overtuiging; raad; raadgeving; relaas; sein; sommatie; standpunt; teken; tijding; uitspraak; vaststaande mening; vermelding; verwittiging; visie; wenk; zienswijze
|
condition
|
gesteldheid; positie; staat; toestand
|
artikel; beding; bepaling; beperking; clausule; conditie; criterium; eis; kriterium; land; must; natie; restrictie; rijk; staat; toestand; vereiste; voorbehoud; voorwaarde; zinsnede
|
emplacement
|
ligging; positie
|
emplacement; erf; gebied; grondgebied; ligging; locatie; navigatieplaats; plaatsbepaling; terrein; territorium
|
emploi
|
baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
|
aanstelling; aanwenden; aanwending; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; behandeling; benoeming; benutting; beroep; bezigheid; dienstverband; gebruik; gewoonte; hantering; inspanning; installatie; inzet; job; karwei; loonarbeid; loonwerk; professie; taak; taakverschaffing; tewerkstelling; toepassing; traditie; usance; vak; werk; werkgelegenheid; werkkring; werkplek; werkverschaffing; werkzaamheid
|
fonction
|
baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
|
aanstelling; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; benoeming; beroep; betrekking; bezigheid; dienstverband; functie; inspanning; installatie; prestatie; professie; taak; vak; verrichting; werk; werkkring; werkplek; werkzaamheid
|
office
|
baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
|
ambt; baan; betrekking; bijkeuken; bureau; bureaumeubel; functie; kerkdienst; pantry; spoelkeuken; werk; werkkring; werkplek
|
opinion
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
begrip; conceptie; denkbeeld; dunk; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; standpunt; vaststaande mening; visie; zienswijze
|
opinions
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
|
optique
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
aspect; benadering; benaderingswijze; denkbeeld; facet; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kans; kijk; kijkkast; lezing; mening; oogpunt; oordeel; opinie; optica; optiek; opvatting; opzicht; perspectief; standpunt; toekomst; visie; vooruitzicht; zienswijs; zienswijze
|
point de vue
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
aspect; begrip; benadering; benaderingswijze; benul; beschouwing; denkbeeld; facet; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kans; kijk; lezing; mening; mentale voorstelling; oogpunt; oordeel; opinie; optiek; opvatting; opzicht; perspectief; standpunt; toekomst; uitzichtpunt; visie; vooruitzicht; zienswijs; zienswijze
|
position
|
baan; bewering; dienstbetrekking; functie; gesteldheid; houding; job; ligging; positie; staat; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; toestand
|
aanname; ambt; baan; betrekking; bewering; denkbeeld; functie; gelid; gezichtspunt; hiërarchie; idee; interpretatie; inzicht; lezing; ligging; locatie; mening; oordeel; opinie; opvatting; plaatsbepaling; rang; rangorde; rechtspositie; standpunt; stelling; these; thesis; visie; volgorde; werk; werkkring; werkplek; zienswijze
|
poste
|
baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
|
ambt; arbeidsplaats; baan; betrekking; functie; postkantoor; radio; radiotoestel; werk; werkkring; werkplek
|
prise de position
|
bewering; gesteldheid; houding; positie; staat; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; toestand
|
aanname; denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; standpuntbepaling; stelling; these; thesis; visie; zienswijze
|
service salarié
|
baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
|
|
situation
|
baan; dienstbetrekking; functie; gesteldheid; job; ligging; positie; staat; toestand
|
conditie; land; ligging; locatie; natie; omstandigheden; omstandigheid; plaatsbepaling; rijk; situatie; staat; stand van zaken; toestand
|
tenue physique
|
positie; stand van het lichaam; standpunt
|
|
voie
|
baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
|
afstand; baan; baanvak; buitenweg; carrière; dreef; etappe; gedeelte van de weg; landweg; loopbaan; paadje; pad; rijbaan; rijstrook; rijvlak; rijweg; ronde; route; straat; straatweg; tournee; traject; trekpad; verkeersstrook; weg
|
état
|
gesteldheid; positie; staat; toestand
|
aanzien; achtbaarheid; conditie; land; natie; prestige; rijk; staat; status; toestand
|
-
|
baan; betrekking
|
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
optique
|
|
optisch
|