Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. verwijderd:
  2. verwijderen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verwijderd de neerlandés a francés

verwijderd:

verwijderd adj.

  1. verwijderd (weggehaald)

Translation Matrix for verwijderd:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
écarté ecarteren
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
enlevé verwijderd; weggehaald
écarté verwijderd; weggehaald afgelegen; afgeweken; ver; veraf; verafgelegen
éloigné verwijderd; weggehaald afgelegen; afgeweken; ver; veraf; verafgelegen

Wiktionary: verwijderd

verwijderd
  1. Se trouvant à une grande distance (sens général)
adjective
  1. Qui est fort éloigné du lieu où l’on est ou dont on parle

Cross Translation:
FromToVia
verwijderd distant remote — at a distance

verwijderen:

verwijderen verbo (verwijder, verwijdert, verwijderde, verwijderden, verwijderd)

  1. verwijderen (afnemen; ecarteren; weghalen; )
    éloigner; renvoyer; écarter; repousser; se débarrasser de; chasser; expulser; aliéner
    • éloigner verbo (éloigne, éloignes, éloignons, éloignez, )
    • renvoyer verbo (renvoie, renvoies, renvoyons, renvoyez, )
    • écarter verbo (écarte, écartes, écartons, écartez, )
    • repousser verbo (repousse, repousses, repoussons, repoussez, )
    • chasser verbo (chasse, chasses, chassons, chassez, )
    • expulser verbo (expulse, expulses, expulsons, expulsez, )
    • aliéner verbo (aliène, aliènes, aliénons, aliénez, )
  2. verwijderen (vertrekken; weggaan; wegtrekken; )
    partir; quitter; s'envoler; s'en aller
    • partir verbo (pars, part, partons, partez, )
    • quitter verbo (quitte, quittes, quittons, quittez, )
    • s'envoler verbo
    • s'en aller verbo
  3. verwijderen
    supprimer
    • supprimer verbo (supprime, supprimes, supprimons, supprimez, )
  4. verwijderen
    abandonner
    • abandonner verbo (abandonne, abandonnes, abandonnons, abandonnez, )
  5. verwijderen
    le nettoyage
  6. verwijderen
    annuler
    • annuler verbo (annule, annules, annulons, annulez, )
  7. verwijderen
    ignorer; masquer
    • ignorer verbo (ignore, ignores, ignorons, ignorez, )
    • masquer verbo (masque, masques, masquons, masquez, )
  8. verwijderen (installatie ongedaan maken)

Conjugaciones de verwijderen:

o.t.t.
  1. verwijder
  2. verwijdert
  3. verwijdert
  4. verwijderen
  5. verwijderen
  6. verwijderen
o.v.t.
  1. verwijderde
  2. verwijderde
  3. verwijderde
  4. verwijderden
  5. verwijderden
  6. verwijderden
v.t.t.
  1. heb verwijderd
  2. hebt verwijderd
  3. heeft verwijderd
  4. hebben verwijderd
  5. hebben verwijderd
  6. hebben verwijderd
v.v.t.
  1. had verwijderd
  2. had verwijderd
  3. had verwijderd
  4. hadden verwijderd
  5. hadden verwijderd
  6. hadden verwijderd
o.t.t.t.
  1. zal verwijderen
  2. zult verwijderen
  3. zal verwijderen
  4. zullen verwijderen
  5. zullen verwijderen
  6. zullen verwijderen
o.v.t.t.
  1. zou verwijderen
  2. zou verwijderen
  3. zou verwijderen
  4. zouden verwijderen
  5. zouden verwijderen
  6. zouden verwijderen
diversen
  1. verwijder!
  2. verwijdert!
  3. verwijderd
  4. verwijderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verwijderen [znw.] sustantivo

  1. verwijderen (wegnemen)
    l'enlèvement; la reprise; l'amputation

Translation Matrix for verwijderen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
amputation verwijderen; wegnemen
annuler afbestellen; annuleren
enlèvement verwijderen; wegnemen kidnapping; ontvoering; schaking
nettoyage verwijderen boenwerk; kuis; kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaakwerk; schoonmaken; schrobben; wassen; wassing; zuivering
reprise verwijderen; wegnemen herhaling; herleving; herneming; herovering; hervatting; nog eens doen; opbloei; opleving; overname; reprise
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
abandonner verwijderen afbestellen; afbreken; afgelasten; afhaken; afstand doen; afvallen; afzeggen; afzien; afzien van; annuleren; bedanken; danken; de brui geven aan; ermee uitscheiden; eruitstappen; gaan; heengaan; in de steek laten; intrekken; nietig verklaren; opbreken; opgeven; ophouden; opstappen; staken; stoppen; uitscheiden; verlaten; vertrekken; weggaan
aliéner afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken
annuler verwijderen afbestellen; afblazen; afgelasten; afspraak afzeggen; afzeggen; annuleren; bedanken; danken; delgen; intrekken; nietig verklaren; nullificeren; omruilen; omwisselen; ondervangen; ongedaan maken; ongeldig maken; opheffen; retourneren; ruilen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; terugbrengen; terugdraaien; teruggeven; terugschroeven; terugzenden; verijdelen; vernietigen; verwisselen; wisselen
chasser afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken afhouden; bannen; bezweren; buitensluiten; jachten; opdrijven; ophitsen; opjagen; uitbannen; uitdrijven; uitsluiten; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; voortjagen; wegjagen; weren
désinstaller installatie ongedaan maken; verwijderen installatie ongedaan maken
expulser afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken bannen; bezweren; deporteren; eraf schoppen; uitbannen; uitdrijven; uitgooien; uitstoten; uitwerpen; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
ignorer verwijderen doodzwijgen; ignoreren; links laten liggen; negeren; overslaan; volkomen negeren
masquer verwijderen bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verbergen; verhullen; verkleden; vermommen; versluieren
partir afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken aanbreken; aanvangen; afreizen; afsteken; aftreden; afvaren; beginnen; bezwijken; doodgaan; een begin nemen; gaan; heengaan; inslapen; lopend weggaan; omkomen; opbreken; opstappen; overlijden; sneuvelen; starten; sterven; terugtrekken; uittreden; uitzeilen; vallen; van start gaan; verdwijnen; verlaten; vertrekken; weggaan; weglopen; wegreizen; wegtrekken; wegvallen; wegvaren; zich begeven
quitter afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken afreizen; afsluiten; aftreden; gaan; heengaan; in de steek laten; opbreken; opstappen; terugtrekken; uittreden; verdwijnen; verlaten; vertrekken; weggaan; wegreizen; wegtrekken
renvoyer afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken afmarcheren; afschepen; afschrikken; afwimpelen; bang maken; echoën; galmen; laten inrukken; omruilen; omwisselen; ontheffen; ontslaan; opschorten; opschuiven; opsturen; pasporteren; posten; reflecteren; rekken; resoneren; restitueren; retourneren; ruilen; schallen; sturen; terugbrengen; teruggeven; terugkaatsen; terugsturen; terugzenden; toewerpen; toezenden; uitstellen; uitsturen; verdagen; verschrikken; verschuiven; vertragen; verwijzen naar; verwisselen; verzenden; voor zich uitschuiven; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; weerspiegelen; wegsturen; wegzenden; wisselen
repousser afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken abstineren; afduwen; afhouden; afketsen; afkeuren; afschepen; afschrikken; afslaan; afstemmen; afweren; afwijzen; afwimpelen; bang maken; bedanken; buitensluiten; evacueren; laten passeren; leegruimen; onthouden; ontruimen; opduwen; opschorten; opschuiven; plaats maken; rekken; schuivend verplaatsen; terugdrijven; terugdringen; terughouden; terugwijzen; uitsluiten; uitstellen; verdedigen; verplaatsen; verschrikken; verschuiven; versmaden; verstoten; vertragen; verweren; verwerpen; verzetten; voor zich uitschuiven; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; wegschuiven; wegstemmen; wegsturen; weren
s'en aller afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken afreizen; afsteken; aftreden; afvaren; de plaat poetsen; deserteren; ervandoor gaan; gaan; heengaan; hem smeren; het leger ontvluchten; inrukken; lopend weggaan; opbreken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; opstappen; terugtrekken; uittreden; verdwijnen; verlaten; vertrekken; weggaan; weglopen; wegreizen; wegtrekken; wegvaren; zich uit de voeten maken
s'envoler afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken afspatten; afspringen; afvliegen; fladderen; groeien; groot worden; omhoogkomen; omvliegen; opgroeien; opstijgen; opstuiven; opvliegen; opwaaien; opwaarts vliegen; uitvliegen; verwaaien; wapperen; wegstuiven; wegvliegen; wegwaaien
se débarrasser de afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken loskomen; ontdoen; ontsnappen; vrijkomen; zich bevrijden; zich van iets ontdoen
supprimer verwijderen afbestellen; afbreken; afgelasten; afkrijgen; afmaken; afronden; afschaffen; afschrijven; afwerken; afzeggen; annuleren; beëindigen; breken; completeren; doden; doodmaken; doodslaan; een einde maken aan; intrekken; klaarkrijgen; klaarmaken; liquideren; neerhalen; nietig verklaren; nullificeren; ombrengen; omverhalen; ondervangen; opbreken; opdoeken; opheffen; slopen; teniet doen; uit elkaar halen; uitroeien; van kant maken; verijdelen; vermoorden; vernietigen; volbrengen; volmaken; voltooien; zuur opbreken
écarter afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken afdanken; afhouden; afkeren; afwenden; afweren; ecarteren; evacueren; leegruimen; ontruimen; opensperren; pareren; spreidbeweging; terughouden; verdedigen; verwaarlozen; verweren; wegcijferen; weren
éloigner afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken

Antónimos de "verwijderen":


Definiciones relacionadas de "verwijderen":

  1. weghalen of laten verdwijnen1
    • de dokter heeft een stukje ijzer uit haar hand verwijderd1

Wiktionary: verwijderen

verwijderen
verb
  1. weghalen
  2. zich verwijderen
    • verwijderen → s'éloigner
verwijderen
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. Écarter une chose ou une personne d’une autre. (Sens général).
  3. tirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.

Cross Translation:
FromToVia
verwijderen éloigner; s'éloigner distance — move away
verwijderen éliminer expunge — to eliminate
verwijderen enlever remove — to take away
verwijderen dénuder abisolieren — die Isolierung von einem elektrischen Leiter entfernen
verwijderen gommer beseitigen — etwas beiseite schaffen; etwas entfernen

Traducciones automáticas externas: