Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. lossen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de lossen de neerlandés a francés

lossen:

lossen verbo (los, lost, loste, losten, gelost)

  1. lossen (iets uitladen; ontladen; afladen)
    décharger; débarquer
    • décharger verbo (décharge, décharges, déchargons, déchargez, )
    • débarquer verbo (débarque, débarques, débarquons, débarquez, )
  2. lossen (uitladen)
    décharger; débarquer; vider
    • décharger verbo (décharge, décharges, déchargons, déchargez, )
    • débarquer verbo (débarque, débarques, débarquons, débarquez, )
    • vider verbo (vide, vides, vidons, videz, )

Conjugaciones de lossen:

o.t.t.
  1. los
  2. lost
  3. lost
  4. lossen
  5. lossen
  6. lossen
o.v.t.
  1. loste
  2. loste
  3. loste
  4. losten
  5. losten
  6. losten
v.t.t.
  1. heb gelost
  2. hebt gelost
  3. heeft gelost
  4. hebben gelost
  5. hebben gelost
  6. hebben gelost
v.v.t.
  1. had gelost
  2. had gelost
  3. had gelost
  4. hadden gelost
  5. hadden gelost
  6. hadden gelost
o.t.t.t.
  1. zal lossen
  2. zult lossen
  3. zal lossen
  4. zullen lossen
  5. zullen lossen
  6. zullen lossen
o.v.t.t.
  1. zou lossen
  2. zou lossen
  3. zou lossen
  4. zouden lossen
  5. zouden lossen
  6. zouden lossen
en verder
  1. ben gelost
  2. bent gelost
  3. is gelost
  4. zijn gelost
  5. zijn gelost
  6. zijn gelost
diversen
  1. los!
  2. lost!
  3. gelost
  4. lossend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lossen [het ~] sustantivo

  1. het lossen (afladen; uitladen)
    le déchargement; la décharge

Translation Matrix for lossen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
décharge afladen; lossen; uitladen barak; belt; bouwkeet; decharge; drainage; drooglegging; hangaar; keet; leegmaken; loods; ontwatering; spuiïng; stortplaats; uitladen
déchargement afladen; lossen; uitladen elektrische ontlading; leegmaken; lossing; offloading; ontlading; ontlasting; plotselinge uitbarsting; stoelgang; uitladen; uitlading; van een last ontdoen; verlichting; verzachting
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
débarquer afladen; iets uitladen; lossen; ontladen; uitladen aan land gaan; aan wal gaan; debarkeren; ontschepen
décharger afladen; iets uitladen; lossen; ontladen; uitladen aan de dijk zetten; afdanken; afmaken; afreageren; afscheiden; afschieten; afslachten; afvloeien; afvoeren; afvuren; bliksemen; congé geven; dechargeren; doden; ecarteren; eruit gooien; flitsen; ledigen; leeggieten; leegmaken; leegstorten; lichten; lozen; luchten; moorden; neerhalen; neersabelen; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; onschuldig verklaren; ontheffen; ontslaan; oplichten; schieten; schieten op; schoten lossen; uitgieten; uitscheiden; uitschenken; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; van zijn positie verdrijven; vermoorden; verzenden; vrijpleiten; vrijspreken; vuren; weerlichten; wegsturen; wegzenden; zuiveren
vider lossen; uitladen gieten; ledigen; leegdrinken; leeggieten; leeghalen; leegmaken; leegplunderen; leegpompen; leegroven; leegstelen; leegstorten; legen; opdrinken; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; plunderen; schenken; uitdrinken; uitgieten; uitgooien; uithalen; uitknijpen; uitpersen; uitpompen; uitschenken; uitstorten; uitwerpen; uitzuigen

Definiciones relacionadas de "lossen":

  1. er de lading uithalen1
    • het schip werd in Rotterdam gelost1
  2. het niet langer vasthouden1
    • de duiven werden gelost1


Traducciones relacionadas de lossen