Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. immuniteit:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de immuniteit de neerlandés a francés

immuniteit:

immuniteit [de ~ (v)] sustantivo

  1. de immuniteit (onvatbaarheid voor ziekte; onvatbaarheid)
    l'immunité aux maladies; l'immunité; l'invulnérabilité
  2. de immuniteit (onschendbaarheid; onkwetsbaarheid)
    l'immunité; l'inviolabilité; l'invulnérabilité

Translation Matrix for immuniteit:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
immunité immuniteit; onkwetsbaarheid; onschendbaarheid; onvatbaarheid; onvatbaarheid voor ziekte
immunité aux maladies immuniteit; onvatbaarheid; onvatbaarheid voor ziekte
inviolabilité immuniteit; onkwetsbaarheid; onschendbaarheid
invulnérabilité immuniteit; onkwetsbaarheid; onschendbaarheid; onvatbaarheid; onvatbaarheid voor ziekte

Palabras relacionadas con "immuniteit":

  • immuniteiten

Wiktionary: immuniteit

immuniteit
noun
  1. onvatbaarheid voor een ziekte
immuniteit
noun
  1. Exemption d’impôts, de devoirs, de charges, etc.