Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. verenigd:
  2. verenigen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verenigd de neerlandés a francés

verenigd:


Translation Matrix for verenigd:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
allié bondgenoot; geallieerde; handlanger; medestander; trawant; voorstander
lié aanknopen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
lié aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd aangesloten; eendrachtig; eensgezind; geboeid; gebonden; harmonieus; niet vrij; obligaat; obligatoir; onvrij; saamhorig; vastgebonden; vastgemaakt; vereist; verplicht
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
allié aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd geallieerd; gerelateerd; verwant
noué aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd geboeid; gestrikt; vastgebonden; vastgemaakt
réuni aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd aaneen; bij elkaar; bijeen; eendrachtig; eensgezind; gemeenschappelijk; gezamenlijk; harmonieus; in elkaar; ineen; met z'n beiden; met zijn allen; saamhorig; samen; tezamen
unanime aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; harmonieus; saamhorig; unaniem
unanimement aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; harmonieus; saamhorig; unaniem
uni aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd aaneengeregen; aaneengesloten; eendrachtig; eensgezind; effen; harmonieus; saamhorig; van één kleur

Wiktionary: verenigd


Cross Translation:
FromToVia
verenigd uni; unie einiggeeint, zusammen, vereint, wiedervereint
verenigd uni; unifié united — joined into a single entity

verenigd forma de verenigen:

verenigen verbo (verenig, verenigt, verenigde, verenigden, verenigd)

  1. verenigen (verzamelen)
    rassembler; réunir; assembler
    • rassembler verbo (rassemble, rassembles, rassemblons, rassemblez, )
    • réunir verbo (réunis, réunit, réunissons, réunissez, )
    • assembler verbo (assemble, assembles, assemblons, assemblez, )

Conjugaciones de verenigen:

o.t.t.
  1. verenig
  2. verenigt
  3. verenigt
  4. verenigen
  5. verenigen
  6. verenigen
o.v.t.
  1. verenigde
  2. verenigde
  3. verenigde
  4. verenigden
  5. verenigden
  6. verenigden
v.t.t.
  1. heb verenigd
  2. hebt verenigd
  3. heeft verenigd
  4. hebben verenigd
  5. hebben verenigd
  6. hebben verenigd
v.v.t.
  1. had verenigd
  2. had verenigd
  3. had verenigd
  4. hadden verenigd
  5. hadden verenigd
  6. hadden verenigd
o.t.t.t.
  1. zal verenigen
  2. zult verenigen
  3. zal verenigen
  4. zullen verenigen
  5. zullen verenigen
  6. zullen verenigen
o.v.t.t.
  1. zou verenigen
  2. zou verenigen
  3. zou verenigen
  4. zouden verenigen
  5. zouden verenigen
  6. zouden verenigen
en verder
  1. ben verenigd
  2. bent verenigd
  3. is verenigd
  4. zijn verenigd
  5. zijn verenigd
  6. zijn verenigd
diversen
  1. verenig!
  2. verenigt!
  3. verenigd
  4. verenigen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verenigen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
assembler verenigen; verzamelen assembleren; bijeenzoeken; in elkaar zetten; koppelen; monteren; op bankrekening zetten; paren; sparen; verbinden; vergaren; verzamelen
rassembler verenigen; verzamelen bij elkaar brengen; bijeen dragen; bijeen roepen; bijeenbrengen; bijeenroepen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; concentreren; convoceren; inzamelen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; samenbrengen; samenroepen; scharen; sparen; vergaren; verzamelen
réunir verenigen; verzamelen afspreken; bij elkaar brengen; bijeen krijgen; bijeen voegen; bijeenbrengen; bijeenkrijgen; combineren; concentreren; een combinatie maken; een fusie aangaan; elkaar ontmoeten; elkaar zien; fuseren; herenigen; ineensmelten; samenbrengen; samengaan; samenkomen; samensmelten; samenvoegen; treffen; versmelten; weer bijeenbrengen

Antónimos de "verenigen":


Definiciones relacionadas de "verenigen":

  1. er één geheel van maken1
    • de voorzitter probeerde de standpunten te verenigen1
  2. het er niet mee eens zijn1
    • ik kan mij niet met dat voorstel verenigen1
  3. één geheel worden1
    • de twee partijen hebben zich verenigd in één nieuwe partij1

Wiktionary: verenigen

verenigen
verb
  1. afzonderlijke delen tot één geheel maken
verenigen
Cross Translation:
FromToVia
verenigen joindre join — to combine more than one item into one; to put together
verenigen généraliser; rejoindre; colliger subsume — To consider an occurrence as part of a principle or rule; to colligate
verenigen unifier unify — cause to become one
verenigen unir unite — to come or bring together as one