Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. aanlokken:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanlokken de neerlandés a francés

aanlokken:

aanlokken verbo (lok aan, lokt aan, lokte aan, lokten aan, aangelokt)

  1. aanlokken (verleiden; lokken; weglokken; )
    séduire; attirer; tenter; allécher; appâter; entraîner
    • séduire verbo (séduis, séduit, séduisons, séduisez, )
    • attirer verbo (attire, attires, attirons, attirez, )
    • tenter verbo (tente, tentes, tentons, tentez, )
    • allécher verbo (allèche, allèches, alléchons, alléchez, )
    • appâter verbo (appâte, appâtes, appâtons, appâtez, )
    • entraîner verbo (entraîne, entraînes, entraînons, entraînez, )

Conjugaciones de aanlokken:

o.t.t.
  1. lok aan
  2. lokt aan
  3. lokt aan
  4. lokken aan
  5. lokken aan
  6. lokken aan
o.v.t.
  1. lokte aan
  2. lokte aan
  3. lokte aan
  4. lokten aan
  5. lokten aan
  6. lokten aan
v.t.t.
  1. heb aangelokt
  2. hebt aangelokt
  3. heeft aangelokt
  4. hebben aangelokt
  5. hebben aangelokt
  6. hebben aangelokt
v.v.t.
  1. had aangelokt
  2. had aangelokt
  3. had aangelokt
  4. hadden aangelokt
  5. hadden aangelokt
  6. hadden aangelokt
o.t.t.t.
  1. zal aanlokken
  2. zult aanlokken
  3. zal aanlokken
  4. zullen aanlokken
  5. zullen aanlokken
  6. zullen aanlokken
o.v.t.t.
  1. zou aanlokken
  2. zou aanlokken
  3. zou aanlokken
  4. zouden aanlokken
  5. zouden aanlokken
  6. zouden aanlokken
diversen
  1. lok aan!
  2. lokt aan!
  3. aangelokt
  4. aanlokkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanlokken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
allécher aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken
appâter aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken
attirer aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken aantrekken; bekoren; bevallen; frapperen; gunst winnen; rekruteren; ronselen; verleiden
entraîner aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken africhten; begeleiden; bekwamen; coachen; dier africhten; dresseren; harden; leiden; meeslepen; meesleuren; meetrekken; meetronen; meevoeren; met zich meeslepen; oefenen; ontwikkelen; repeteren; trainen; trekken; uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; voeren; voorttrekken; wegvegen; wissen
séduire aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken bekoren; bevallen; gunst winnen; verleiden
tenter aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken betrachten; in verzoeking brengen; pogen; proberen; trachten
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
attirer verlokken