Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. accommoderen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de accommoderen de neerlandés a francés

accommoderen:

accommoderen verbo (accomodeer, accomodeert, accomodeerde, accomodeerden, geaccomodeerd)

  1. accommoderen
  2. accommoderen (iemand huisvesten; onderbrengen; huizen; )
    héberger; loger
    • héberger verbo (héberge, héberges, hébergeons, hébergez, )
    • loger verbo (loge, loges, logeons, logez, )

Conjugaciones de accommoderen:

o.t.t.
  1. accomodeer
  2. accomodeert
  3. accomodeert
  4. accomoderen
  5. accomoderen
  6. accomoderen
o.v.t.
  1. accomodeerde
  2. accomodeerde
  3. accomodeerde
  4. accomodeerden
  5. accomodeerden
  6. accomodeerden
v.t.t.
  1. ben geaccomodeerd
  2. bent geaccomodeerd
  3. is geaccomodeerd
  4. zijn geaccomodeerd
  5. zijn geaccomodeerd
  6. zijn geaccomodeerd
v.v.t.
  1. was geaccomodeerd
  2. was geaccomodeerd
  3. was geaccomodeerd
  4. waren geaccomodeerd
  5. waren geaccomodeerd
  6. waren geaccomodeerd
o.t.t.t.
  1. zal accommoderen
  2. zult accommoderen
  3. zal accommoderen
  4. zullen accommoderen
  5. zullen accommoderen
  6. zullen accommoderen
o.v.t.t.
  1. zou accommoderen
  2. zou accommoderen
  3. zou accommoderen
  4. zouden accommoderen
  5. zouden accommoderen
  6. zouden accommoderen
diversen
  1. accomodeer!
  2. accomodeert!
  3. geaccomodeerd
  4. accomoderende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for accommoderen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
accomoder accommoderen
héberger accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen leven; logeren; resideren; verblijven; wonen
loger accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen bewonen; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; inwonen; leven; logeren; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; opvangen; plaatsen; resideren; van onderdak voorzien; verblijfplaats hebben; verblijven; wonen

Wiktionary: accommoderen

accommoderen