Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. ambiëren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ambiëren de neerlandés a francés

ambiëren:

ambiëren verbo (ambieer, ambieert, ambieerde, ambieerden, geambieerd)

  1. ambiëren
    aspirer à; ambitionner; viser à
    • aspirer à verbo
    • ambitionner verbo (ambitionne, ambitionnes, ambitionnons, ambitionnez, )
    • viser à verbo

Conjugaciones de ambiëren:

o.t.t.
  1. ambieer
  2. ambieert
  3. ambieert
  4. ambiëren
  5. ambiëren
  6. ambiëren
o.v.t.
  1. ambieerde
  2. ambieerde
  3. ambieerde
  4. ambieerden
  5. ambieerden
  6. ambieerden
v.t.t.
  1. heb geambieerd
  2. hebt geambieerd
  3. heeft geambieerd
  4. hebben geambieerd
  5. hebben geambieerd
  6. hebben geambieerd
v.v.t.
  1. had geambieerd
  2. had geambieerd
  3. had geambieerd
  4. hadden geambieerd
  5. hadden geambieerd
  6. hadden geambieerd
o.t.t.t.
  1. zal ambiëren
  2. zult ambiëren
  3. zal ambiëren
  4. zullen ambiëren
  5. zullen ambiëren
  6. zullen ambiëren
o.v.t.t.
  1. zou ambiëren
  2. zou ambiëren
  3. zou ambiëren
  4. zouden ambiëren
  5. zouden ambiëren
  6. zouden ambiëren
diversen
  1. ambieer!
  2. ambieert!
  3. geambieerd
  4. ambierende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ambiëren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ambitionner ambiëren bedoelen; beogen; gericht werpen; ijveren; mikken; mikken op; streven; streven naar; ten doel hebben
aspirer à ambiëren een sterke begeerte hebben naar; gericht werpen; hongeren naar; hunkeren; ijveren; kwijnen; kwijnend verlangen; mikken; mikken op; smachten; snakken; sterk verlangen; streven; streven naar; uitkijken naar; zich verheugen op
viser à ambiëren aansturen op; bedoelen; doel beogen; doelen; ergens iets mee willen zeggen; gericht werpen; ijveren; in een bep. richting plaatsen; mikken; mikken op; richten; streven; streven naar; viseren

Wiktionary: ambiëren

ambiëren
verb
  1. naar iets streven
ambiëren
Cross Translation:
FromToVia
ambiëren aspirer; atteindre erstreben(transitiv), gehoben: nach etwas streben, etwas zu erreichen suchen