Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. detachement:
  2. Wiktionary:
Francés a neerlandés:   más información...
  1. détachement:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de detachement de neerlandés a francés

detachement:

detachement [de ~] sustantivo

  1. de detachement (afdeling; departement; sectie; tak)
    le département; la section; la division; la branche; le détachement; l'équipe; la partie; le rayon; le segment; la catégorie; la brigade; le corps; la ramification; le groupe parlementaire; la fraction

Translation Matrix for detachement:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
branche afdeling; departement; detachement; sectie; tak basisbestanddeel; bedrijfstak; bestanddeel; boomtak; branche; component; deel; deelsoort; economische sector; element; ent; fractie; ingrediënt; loot; onderdeel; rank; sectie; specialisatie; specialisme; stuk; tak; takje; twijg; uitloper; vakgebied; vakgroep; vertakking; zijtak
brigade afdeling; departement; detachement; sectie; tak brigade
catégorie afdeling; departement; detachement; sectie; tak aard; basisbestanddeel; bestanddeel; categorie; classificatie; component; deel; element; fractie; genre; ingrediënt; klasse; kleurcategorie; onderdeel; onderverdeling; prijsklasse; slag; soort; stuk; type
corps afdeling; departement; detachement; sectie; tak anatomie; casco; corps; hoofdtekst; korps; korpus; lichaam; lijf; lijken; menselijk lichaam; scheepsromp
division afdeling; departement; detachement; sectie; tak bestuursregio; conflict; departement; disharmonie; divisie; gespletenheid; maken van onderscheid; onderscheiding; onenigheid; opdeling; scheuring; schisma; sectie; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; vakgroep; verdeeldheid; verdeling; vete
département afdeling; departement; detachement; sectie; tak ambtsgebied; bestuursgebied; bestuursregio; departement; gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; sectie; streek; vakgroep
détachement afdeling; departement; detachement; sectie; tak afhaken; afkoppelen; afkoppeling; detacheren; ontkoppeling
fraction afdeling; departement; detachement; sectie; tak basisbestanddeel; bestanddeel; breuk; breukgetal; component; deel; deeltje; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; onderdeeltje; stuk
groupe parlementaire afdeling; departement; detachement; sectie; tak basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; kamerfractie; onderdeel; stuk
partie afdeling; departement; detachement; sectie; tak aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; beurt; brok; component; deel; element; feest; festijn; fractie; gedeelte; gespeel; hoeveelheid; ingrediënt; kinderspel; klompje; klont; klontertje; klontje; onderdeel; part; partij; partijtje; party; potje; rondje; segment; spel; spelletje; stuk; suikerklontje; wedstrijdje
ramification afdeling; departement; detachement; sectie; tak aftakking; driesprong; loot; sectie; splitsing; takje; twijg; vakgroep; vertakking; wegsplitsing
rayon afdeling; departement; detachement; sectie; tak afdeling; basisbestanddeel; baton; bestanddeel; bestuursregio; boekenplank; component; deel; departement; divisie; element; erf; fractie; grondgebied; ingrediënt; legbord; onderdeel; plank; radiatie; radius; rek; schap; sectie; spaak; spaak van een fietswiel; sprankeltje; staaf; staf; stang; stok; straal; straalbundel; stralenbundel; straling; stuk; terrein; territorium; uitstraling; vakgroep; vonkje; wielspaak
section afdeling; departement; detachement; sectie; tak afdeling; alinea; basisbestanddeel; bestanddeel; bestuursregio; component; deel; departement; divisie; doorsnede; doorsnee; echelon; element; fractie; gebied; geleding; gordel; ingrediënt; laag; lid; onderdeel; paragraaf; presentatiesectie; regio; sectie; sectie-indeling; streek; stuk; terrein; territorium; vakgroep; zone
segment afdeling; departement; detachement; sectie; tak basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; rekeningcodesegment; segment; stuk
équipe afdeling; departement; detachement; sectie; tak elf; elftal; equipe; partij; ploeg; team; voetbalelftal
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
branche branche; branche-element; vertakking; voorwaardelijke branche
équipe team

Palabras relacionadas con "detachement":


Wiktionary: detachement

detachement
noun
  1. action de se détacher ou état de celui qui s’est détaché d’une passion, d’un sentiment, de tout ce qui peut captiver trop l’esprit ou le cœur.
  2. ensemble de personnes, voire d’animaux.
  3. groupe de travailleurs attacher à un travail spécial.

Cross Translation:
FromToVia
detachement détachement detail — military: temporary unit



Francés

Traducciones detalladas de detachement de francés a neerlandés

détachement:

détachement [le ~] sustantivo

  1. le détachement (division; département; section; )
    de afdeling; de departement; de detachement; de sectie; de tak
  2. le détachement
    detacheren
  3. le détachement (débrayage; décrochage)
    afhaken; de ontkoppeling; afkoppeling
  4. le détachement (décrochage)
    afkoppelen

Translation Matrix for détachement:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
afdeling branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe rayon; section
afhaken débrayage; décrochage; détachement achèvement; action d'arrêter; fin; terminaison
afkoppelen décrochage; détachement
afkoppeling débrayage; décrochage; détachement
departement branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe division; département; juridiction; ministère; rayon; ressort; section
detachement branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe
detacheren détachement
ontkoppeling débrayage; décrochage; détachement
sectie branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe arrondissement; autopsie; branche; dissection; division; département; faubourg; province; quartier; quartier de la périphérie; ramification; rayon; région; section; section présentation
tak branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe branche; branche d'arbre; discipline; ente; greffon; secteur; tige
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
afhaken abandonner; débrancher; débrayer; déconnecter; décrocher; défaire; dégrafer; déserter; détacher; dételer; dévisser; être éliminé
afkoppelen débrancher; déconnecter; décrocher; défaire; détacher
detacheren déboutonner; défaire; dégager; dénouer; détacher; dévisser; embaucher; libérer; ouvrir

Sinónimos de "détachement":


Wiktionary: détachement

détachement
noun
  1. action de se détacher ou état de celui qui s’est détaché d’une passion, d’un sentiment, de tout ce qui peut captiver trop l’esprit ou le cœur.

Cross Translation:
FromToVia
détachement detachement detail — military: temporary unit