Francés
Traducciones detalladas de effectueren de francés a neerlandés
effectueren: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- effectué: klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; uitgevoerd; verricht; bewerkstelligd
- rené: herboren
- effectuer: werken; arbeiden; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; voltrekken; realiseren; bewerkstelligen; verwezenlijken; verwerkelijken; controleren; nakijken; nagaan; totstandbrengen; voor elkaar krijgen; bedingen; lappen; klaarspelen; fixen; zich voltrekken