Neerlandés

Traducciones detalladas de maan- de neerlandés a francés

maan:

maan [de ~] sustantivo

  1. de maan
    la lune
    • lune [la ~] sustantivo

Translation Matrix for maan:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
lune maan

Palabras relacionadas con "maan":

  • manen, maantje, maantjes

Definiciones relacionadas de "maan":

  1. hemellichaam dat in baan rond de aarde draait en 's nachts te zien is1
    • zie de maan schijnt door de bomen1

Wiktionary: maan

maan
noun
  1. ensemble des crins qui garnir le cou de certains animaux, comme le cheval, le lion.
  2. astronomie|fr (s) satellite naturel de la Terre, qui tourne autour de celle-ci en un cycle de vingt-sept jours sept heures quarante-trois minutes. Plus souvent écrit Lune.

Cross Translation:
FromToVia
maan lune; Lune Moon — sole natural satellite of the Earth
maan crinière mane — longer hair growth on back of neck of a horse
maan crinière mane — longer hair growth around head of male lions
maan lune moon — largest natural satellite of planet Earth
maan lune moon — any substantially sized natural satellite of a planet
maan lune; mois moon — month
maan lune Mondursprünglich ausschließlich, (umgangssprachlich): der die Erde umkreisende Mond, der Erdmond, natürlicher Satellit, Trabant der Erde

manen:

manen verbo (maan, maant, maande, maanden, gemaand)

  1. manen (vermanen; waarschuwen; berispen; terechtwijzen)
    admonester; réprimander
    • admonester verbo (admoneste, admonestes, admonestons, admonestez, )
    • réprimander verbo (réprimande, réprimandes, réprimandons, réprimandez, )
  2. manen (aanmanen; aanmanen tot een verplichting; sommeren)
    sommer; intimer; sommer de; exhorter à
    • sommer verbo (somme, sommes, sommons, sommez, )
    • intimer verbo (intime, intimes, intimons, intimez, )
    • sommer de verbo
    • exhorter à verbo
  3. manen (iemand aansporen)
  4. manen (met aandrang herinneren; rappelleren)
    mettre en demeure; sommer
    • sommer verbo (somme, sommes, sommons, sommez, )

Conjugaciones de manen:

o.t.t.
  1. maan
  2. maant
  3. maant
  4. manen
  5. manen
  6. manen
o.v.t.
  1. maande
  2. maande
  3. maande
  4. maanden
  5. maanden
  6. maanden
v.t.t.
  1. heb gemaand
  2. hebt gemaand
  3. heeft gemaand
  4. hebben gemaand
  5. hebben gemaand
  6. hebben gemaand
v.v.t.
  1. had gemaand
  2. had gemaand
  3. had gemaand
  4. hadden gemaand
  5. hadden gemaand
  6. hadden gemaand
o.t.t.t.
  1. zal manen
  2. zult manen
  3. zal manen
  4. zullen manen
  5. zullen manen
  6. zullen manen
o.v.t.t.
  1. zou manen
  2. zou manen
  3. zou manen
  4. zouden manen
  5. zouden manen
  6. zouden manen
en verder
  1. ben gemaand
  2. bent gemaand
  3. is gemaand
  4. zijn gemaand
  5. zijn gemaand
  6. zijn gemaand
diversen
  1. maan!
  2. maant!
  3. gemaand
  4. manend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for manen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
sommer aanschrijven; aanzeggen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
admonester berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen
exhorter à aanmanen; aanmanen tot een verplichting; iemand aansporen; manen; sommeren herinneren; niet vergeten; onthouden
intimer aanmanen; aanmanen tot een verplichting; manen; sommeren dagen; ontbieden; oproepen; sommeren; voor het gerecht dagen; voor het gerecht ontbieden; voor het gerecht roepen
mettre en demeure manen; met aandrang herinneren; rappelleren
prier instamment iemand aansporen; manen
réprimander berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen aanmerken; aanrekenen; aanwrijven; beknorren; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; terechtwijzen; uitbrander geven; vermanen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
sommer aanmanen; aanmanen tot een verplichting; manen; met aandrang herinneren; rappelleren; sommeren aanschrijven; aanzeggen; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; kennis geven; konde doen; ontbieden; opdragen; oproepen; sommeren; verordenen
sommer de aanmanen; aanmanen tot een verplichting; manen; sommeren herinneren; niet vergeten; ontbieden; onthouden; oproepen; sommeren
sommer quelqu'un iemand aansporen; manen

Palabras relacionadas con "manen":



Traducciones relacionadas de maan-