Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/francés ->Buscar: passagier

Resultados de passagier en neerlandés y francés

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a francés: más información...

passagier:
- passager; voyageur; occupant
Wiktionary:
- passagier → passager
- passagier → passager

Neerlandés

Traducciones detalladas de passagier de neerlandés a francés

passagier:

passagier [de ~ (m)] sustantivo

de passagier (reiziger; inzittende)

– reiziger die meerijdt ¹
le passager; le voyageur; l'occupant
- passager [le ~] sustantivo
- voyageur [le ~] sustantivo
- occupant [le ~] sustantivo
de passagier
le voyageur
- voyageur [le ~] sustantivo

Translation Matrix for passagier:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
occupant	inzittende; passagier; reiziger
passager	inzittende; passagier; reiziger	opvarende
voyageur	inzittende; passagier; reiziger
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
passager		de komende tijd; tijdelijk; voorbijgaand; voorlopig
voyageur		reislustig

Palabras relacionadas con "passagier":

passagieren, passagiers

Definiciones relacionadas de "passagier":

reiziger die meerijdt¹
- ik kan drie passagiers meenemen in deze auto¹

Wiktionary: passagier

passagier

noun

Celui, celle qui prend passage à bord d’un navire ou d'un aéronef.
- passager → passagier

Cross Translation:

From	To	Via
• passagier	→ passager	↔ fare — paying passenger
• passagier	→ passager	↔ passenger — one who rides or travels in a train, motor vehicle, boat, ship, ferry, hovercraft, aircraft, etc.
• passagier	→ passager	↔ Passagier — jemand, der ein Verkehrsmittel benutzt, ohne es selbst zu steuern

Traducciones relacionadas de passagier

meevaren als passagier

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios