Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. barricaderen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de barricaderen de neerlandés a francés

barricaderen:

barricaderen verbo (barricadeer, barricadeert, barricadeerde, barricadeerden, gebarricadeerd)

  1. barricaderen (versperren)
    bloquer; obstruer; barrer; entraver; barricader
    • bloquer verbo (bloque, bloques, bloquons, bloquez, )
    • obstruer verbo (obstrue, obstrues, obstruons, obstruez, )
    • barrer verbo (barre, barres, barrons, barrez, )
    • entraver verbo (entrave, entraves, entravons, entravez, )
    • barricader verbo (barricade, barricades, barricadons, barricadez, )

Conjugaciones de barricaderen:

o.t.t.
  1. barricadeer
  2. barricadeert
  3. barricadeert
  4. barricaderen
  5. barricaderen
  6. barricaderen
o.v.t.
  1. barricadeerde
  2. barricadeerde
  3. barricadeerde
  4. barricadeerden
  5. barricadeerden
  6. barricadeerden
v.t.t.
  1. heb gebarricadeerd
  2. hebt gebarricadeerd
  3. heeft gebarricadeerd
  4. hebben gebarricadeerd
  5. hebben gebarricadeerd
  6. hebben gebarricadeerd
v.v.t.
  1. had gebarricadeerd
  2. had gebarricadeerd
  3. had gebarricadeerd
  4. hadden gebarricadeerd
  5. hadden gebarricadeerd
  6. hadden gebarricadeerd
o.t.t.t.
  1. zal barricaderen
  2. zult barricaderen
  3. zal barricaderen
  4. zullen barricaderen
  5. zullen barricaderen
  6. zullen barricaderen
o.v.t.t.
  1. zou barricaderen
  2. zou barricaderen
  3. zou barricaderen
  4. zouden barricaderen
  5. zouden barricaderen
  6. zouden barricaderen
diversen
  1. barricadeer!
  2. barricadeert!
  3. gebarricadeerd
  4. barricaderende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for barricaderen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
barrer barricaderen; versperren afbakenen; afpalen; afsluiten; afzetten; begrenzen; beperken; blokkeren; doorstrepen; dwarsbomen; dwarsliggen; indammen; inkapselen; inperken; kruisen; laveren; limiteren; naar einde toewerken; omlijnen; stremmen; tegen de wind in varen; tegenwerken
barricader barricaderen; versperren
bloquer barricaderen; versperren afbreken; belemmeren; beletten; blokkeren; doen ophouden; halt houden; klemrijden; obstructie plegen; onderbreken; ophouden; platleggen; remmen; stopzetten; stremmen; tegenhouden; tot staan brengen; vastrijden; verhinderen
entraver barricaderen; versperren belemmeren; beletten; hinderen; obstructie plegen; onmogelijk maken; storen; verhinderen; voorkomen; voorkómen
obstruer barricaderen; versperren afbreken; doen ophouden; obstructie plegen; onderbreken

Wiktionary: barricaderen

barricaderen