Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. huisje:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de huisje de neerlandés a francés

huisje:

huisje [het ~] sustantivo

  1. het huisje
    la maisonnette; la maison; le logis; l'humble cabane; la demeure

Translation Matrix for huisje:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
demeure huisje huis; optrekje; residentie; stulp; thuis; verblijf; woning; woonhuis
humble cabane huisje huis; optrekje; stulp; verblijf
logis huisje huis; logies; optrekje; residentie; slaapverblijf; slaapvertrek; stulp; thuis; verblijf; woning; woonhuis; woonplaats
maison huisje bedrijf; bouwwerk; gebouw; handelsbedrijf; huis; pand; perceel; residentie; thuis; verblijf; woning; woonhuis
maisonnette huisje huis; optrekje; stulp; verblijf
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
maison zelfgemaakt

Palabras relacionadas con "huisje":

  • huisjes

Wiktionary: huisje

huisje