Neerlandés

Traducciones detalladas de kraken de neerlandés a francés

kraken:

kraken verbo (kraak, kraakt, kraakte, kraakten, gekraakt)

  1. kraken (een krakend geluid maken)
    faire un bruit de craquement; craquer; fêler
    • craquer verbo (craque, craques, craquons, craquez, )
    • fêler verbo (fêle, fêles, fêlons, fêlez, )
  2. kraken (openbreken; losbreken)
    décoder; enfoncer; détacher; forcer; ouvrir brusquement
    • décoder verbo (décode, décodes, décodons, décodez, )
    • enfoncer verbo (enfonce, enfonces, enfonçons, enfoncez, )
    • détacher verbo (détache, détaches, détachons, détachez, )
    • forcer verbo (force, forces, forçons, forcez, )
  3. kraken (kritiseren; afkraken; katten)
    critiquer; esquinter; éreinter; lancer des piques à quelqu'un
    • critiquer verbo (critique, critiques, critiquons, critiquez, )
    • esquinter verbo (esquinte, esquintes, esquintons, esquintez, )
    • éreinter verbo (éreinte, éreintes, éreintons, éreintez, )
  4. kraken (huizen kraken)
    squattériser; violer domestic
    • squattériser verbo (squattérise, squattérises, squattérisons, squattérisez, )

Conjugaciones de kraken:

o.t.t.
  1. kraak
  2. kraakt
  3. kraakt
  4. kraken
  5. kraken
  6. kraken
o.v.t.
  1. kraakte
  2. kraakte
  3. kraakte
  4. kraakten
  5. kraakten
  6. kraakten
v.t.t.
  1. heb gekraakt
  2. hebt gekraakt
  3. heeft gekraakt
  4. hebben gekraakt
  5. hebben gekraakt
  6. hebben gekraakt
v.v.t.
  1. had gekraakt
  2. had gekraakt
  3. had gekraakt
  4. hadden gekraakt
  5. hadden gekraakt
  6. hadden gekraakt
o.t.t.t.
  1. zal kraken
  2. zult kraken
  3. zal kraken
  4. zullen kraken
  5. zullen kraken
  6. zullen kraken
o.v.t.t.
  1. zou kraken
  2. zou kraken
  3. zou kraken
  4. zouden kraken
  5. zouden kraken
  6. zouden kraken
en verder
  1. ben gekraakt
  2. bent gekraakt
  3. is gekraakt
  4. zijn gekraakt
  5. zijn gekraakt
  6. zijn gekraakt
diversen
  1. kraak!
  2. kraakt!
  3. gekraakt
  4. krakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kraken [het ~] sustantivo

  1. het kraken
    le broyement

Translation Matrix for kraken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
broyement kraken
éreinter afbeuken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
craquer een krakend geluid maken; kraken aan flarden scheuren; bezwijken; in elkaar storten; knakken; knappen; ondergaan; raspen; schaven; schuren; te gronde gaan; uit elkaar rukken; uit elkaar trekken; uiteentrekken; verscheuren
critiquer afkraken; katten; kraken; kritiseren aanmerken; aanmerking maken; aanrekenen; aanwrijven; afkeuren; beoordelen; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; goed- of afkeuren; hekelen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; veroordelen; verwijten; vitten; voor de voeten gooien; voorhouden
décoder kraken; losbreken; openbreken dechiffreren; decoderen; ontcijferen; ontwarren; oplossen; tot een oplossing brengen
détacher kraken; losbreken; openbreken afhaken; afkoppelen; afplukken; afrukken; afscheiden; afscheuren; afsplitsen; afspoelen; afvallen; afzeggen; afzien van; afzonderen; detacheren; eruitstappen; gaan; heengaan; loskoppelen; loskrijgen; losmaken; losslaan; lossnijden; lostornen; loswerken; niet-beschikbaar maken; opbreken; opgeven; ophouden; opstappen; plukken; scheiden; separeren; splitsen; stoppen; tewerkstellen; tornen; uithalen; uittrekken; uitzenden; vertrekken; weggaan
enfoncer kraken; losbreken; openbreken aanslaan; doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; heien; indrukken; induwen; inheien; inkloppen; intikken; intoetsen; intypen; naar beneden drukken; neerdrukken; openhakken; opentrappen; taxeren
esquinter afkraken; katten; kraken; kritiseren aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; kapotmaken; moeren; mollen
faire un bruit de craquement een krakend geluid maken; kraken
forcer kraken; losbreken; openbreken aanvallen; afdwingen; attaqueren; bestormen; doordrijven; dwingen; forceren; iem. afdwingen; noodzaken tot; ontrukken; onttrekken; opdwingen; openrukken; overvallen; verplichten
fêler een krakend geluid maken; kraken aan flarden scheuren; inscheuren; losscheuren; openrijten; openscheuren; rijten; scheuren; verscheuren
lancer des piques à quelqu'un afkraken; katten; kraken; kritiseren
ouvrir brusquement kraken; losbreken; openbreken openrukken
squattériser huizen kraken; kraken
violer domestic huizen kraken; kraken
éreinter afkraken; katten; kraken; kritiseren

Palabras relacionadas con "kraken":


Sinónimos de "kraken":


Definiciones relacionadas de "kraken":

  1. er heel negatief over spreken of schrijven1
    • het boek werd in de krant gekraakt1
  2. bezetten en erin gaan wonen1
    • we hebben een huis gekraakt1
  3. een scherp geluid maken alsof het barst1
    • de oude planken kraken1

Wiktionary: kraken

kraken
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. produire un bruit aigre en serrer les dents les unes contre les autres sous l’action de l’agacement, de la douleur ou de la colère.

Cross Translation:
FromToVia
kraken craquer crack — To break apart under pressure
kraken squatter squat — to occupy without permission

krak:

krak [de ~ (m)] sustantivo

  1. de krak (barst; breuk; scheur)
    la fissure; la rupture; la crevasse; la fêlure; la gerçure

Translation Matrix for krak:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
crevasse barst; breuk; krak; scheur barst; bergkloof; bergkloven; bergspleet; gat; gleuf; groef; inkeping; kier; kloof; kloven; opening; reet; rotskloof; rotsspleet; scheur; sleuf; spleet; spleten; split; tussenruimte; uitsparing
fissure barst; breuk; krak; scheur barsten; gleuf; kloof; krakken; langwerpige uitholling; opening; sleuf; spleet; tussenruimte; uitsparing
fêlure barst; breuk; krak; scheur knak; knik
gerçure barst; breuk; krak; scheur
rupture barst; breuk; krak; scheur afbreking; breken; breuk; fractuur; ruptuur; scheuring

Palabras relacionadas con "krak":


Wiktionary: krak


Traducciones relacionadas de kraken