Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. opgeblazenheid:
  2. opgeblazen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de opgeblazenheid de neerlandés a francés

opgeblazenheid:

opgeblazenheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de opgeblazenheid (gezwollenheid; opgezetheid)
    le gonflement; l'enflure

Translation Matrix for opgeblazenheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
enflure gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid bobbel; bobbeltje; bolling; bombast; buil; bult; bultje; dikte; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; hoogdravendheid; knobbel; opgezwollen plek; opzetting; pompeusheid; puistje; pukkel; steenpuist; uitpuiling; uitstulping; verdikking; wassen; zwellen; zwelling
gonflement gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid bobbel; bobbeltje; bolling; buil; bult; bultje; opgezwollen plek; opzetting; puistje; pukkel; steenpuist; wassen; zwellen; zwelling

Palabras relacionadas con "opgeblazenheid":


opgeblazen: