Neerlandés

Traducciones detalladas de purgeren de neerlandés a francés

purgeren:

purgeren [znw.] sustantivo

  1. purgeren (laxeren)
    la purge
    • purge [la ~] sustantivo

purgeren verbo (purgeer, purgeert, purgeerde, purgeerden, gepurgeerd)

  1. purgeren (laxeren)
    relâcher le ventre; purger; relâcher le ventre à l'aide d'un laxatif

Conjugaciones de purgeren:

o.t.t.
  1. purgeer
  2. purgeert
  3. purgeert
  4. purgeren
  5. purgeren
  6. purgeren
o.v.t.
  1. purgeerde
  2. purgeerde
  3. purgeerde
  4. purgeerden
  5. purgeerden
  6. purgeerden
v.t.t.
  1. heb gepurgeerd
  2. hebt gepurgeerd
  3. heeft gepurgeerd
  4. hebben gepurgeerd
  5. hebben gepurgeerd
  6. hebben gepurgeerd
v.v.t.
  1. had gepurgeerd
  2. had gepurgeerd
  3. had gepurgeerd
  4. hadden gepurgeerd
  5. hadden gepurgeerd
  6. hadden gepurgeerd
o.t.t.t.
  1. zal purgeren
  2. zult purgeren
  3. zal purgeren
  4. zullen purgeren
  5. zullen purgeren
  6. zullen purgeren
o.v.t.t.
  1. zou purgeren
  2. zou purgeren
  3. zou purgeren
  4. zouden purgeren
  5. zouden purgeren
  6. zouden purgeren
en verder
  1. is gepurgeerd
  2. zijn gepurgeerd
diversen
  1. purgeer!
  2. purgeert!
  3. gepurgeerd
  4. purgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for purgeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
purge laxeren; purgeren zuiveringsactie
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
purger laxeren; purgeren in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren
relâcher le ventre laxeren; purgeren
relâcher le ventre à l'aide d'un laxatif laxeren; purgeren