Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. trommelen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de trommelt de neerlandés a francés

trommelen:

trommelen verbo (trommel, trommelt, trommelde, trommelden, getrommeld)

  1. trommelen (roffelen; de trom roeren)
    battre le tambour; tambouriner; battre la caisse
    • tambouriner verbo (tambourine, tambourines, tambourinons, tambourinez, )

Conjugaciones de trommelen:

o.t.t.
  1. trommel
  2. trommelt
  3. trommelt
  4. trommelen
  5. trommelen
  6. trommelen
o.v.t.
  1. trommelde
  2. trommelde
  3. trommelde
  4. trommelden
  5. trommelden
  6. trommelden
v.t.t.
  1. heb getrommeld
  2. hebt getrommeld
  3. heeft getrommeld
  4. hebben getrommeld
  5. hebben getrommeld
  6. hebben getrommeld
v.v.t.
  1. had getrommeld
  2. had getrommeld
  3. had getrommeld
  4. hadden getrommeld
  5. hadden getrommeld
  6. hadden getrommeld
o.t.t.t.
  1. zal trommelen
  2. zult trommelen
  3. zal trommelen
  4. zullen trommelen
  5. zullen trommelen
  6. zullen trommelen
o.v.t.t.
  1. zou trommelen
  2. zou trommelen
  3. zou trommelen
  4. zouden trommelen
  5. zouden trommelen
  6. zouden trommelen
en verder
  1. ben getrommeld
  2. bent getrommeld
  3. is getrommeld
  4. zijn getrommeld
  5. zijn getrommeld
  6. zijn getrommeld
diversen
  1. trommel!
  2. trommelt!
  3. getrommeld
  4. trommelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for trommelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
battre la caisse de trom roeren; roffelen; trommelen
battre le tambour de trom roeren; roffelen; trommelen
tambouriner de trom roeren; roffelen; trommelen

Palabras relacionadas con "trommelen":


Wiktionary: trommelen

trommelen
verb
  1. militaire|fr Donner un signal en frappant sur le tambour avec les baguettes.