Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. veren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de veren de neerlandés a francés

veren:

veren verbo (veer, veert, veerde, veerden, geveerd)

  1. veren (opveren)

Conjugaciones de veren:

o.t.t.
  1. veer
  2. veert
  3. veert
  4. veren
  5. veren
  6. veren
o.v.t.
  1. veerde
  2. veerde
  3. veerde
  4. veerden
  5. veerden
  6. veerden
v.t.t.
  1. heb geveerd
  2. hebt geveerd
  3. heeft geveerd
  4. hebben geveerd
  5. hebben geveerd
  6. hebben geveerd
v.v.t.
  1. had geveerd
  2. had geveerd
  3. had geveerd
  4. hadden geveerd
  5. hadden geveerd
  6. hadden geveerd
o.t.t.t.
  1. zal veren
  2. zult veren
  3. zal veren
  4. zullen veren
  5. zullen veren
  6. zullen veren
o.v.t.t.
  1. zou veren
  2. zou veren
  3. zou veren
  4. zouden veren
  5. zouden veren
  6. zouden veren
diversen
  1. veer!
  2. veert!
  3. geveerd
  4. verend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

veren [de ~] sustantivo, plural

  1. de veren (gevederte; pluimage; vederdos)
    le plumage

Translation Matrix for veren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
plumage gevederte; pluimage; vederdos; veren
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
faire ressort opveren; veren
être élastique opveren; veren

Traducciones relacionadas de veren