Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. voegen:
  2. voeg:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de voegen de neerlandés a francés

voegen:

voegen verbo (voeg, voegt, voegde, voegden, gevoegd)

  1. voegen (bakstenen voegen)
    jointoyer
    • jointoyer verbo (jointoie, jointoies, jointoyons, jointoyez, )
  2. voegen (erbij doen; toevoegen)
    ajouter; additionner; joindre
    • ajouter verbo (ajoute, ajoutes, ajoutons, ajoutez, )
    • additionner verbo (additionne, additionnes, additionnons, additionnez, )
    • joindre verbo (joins, joint, joignons, joignez, )

Conjugaciones de voegen:

o.t.t.
  1. voeg
  2. voegt
  3. voegt
  4. voegen
  5. voegen
  6. voegen
o.v.t.
  1. voegde
  2. voegde
  3. voegde
  4. voegden
  5. voegden
  6. voegden
v.t.t.
  1. heb gevoegd
  2. hebt gevoegd
  3. heeft gevoegd
  4. hebben gevoegd
  5. hebben gevoegd
  6. hebben gevoegd
v.v.t.
  1. had gevoegd
  2. had gevoegd
  3. had gevoegd
  4. hadden gevoegd
  5. hadden gevoegd
  6. hadden gevoegd
o.t.t.t.
  1. zal voegen
  2. zult voegen
  3. zal voegen
  4. zullen voegen
  5. zullen voegen
  6. zullen voegen
o.v.t.t.
  1. zou voegen
  2. zou voegen
  3. zou voegen
  4. zouden voegen
  5. zouden voegen
  6. zouden voegen
diversen
  1. voeg!
  2. voegt!
  3. gevoegd
  4. voegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

voegen [het ~] sustantivo

  1. het voegen (bakstenen voegen)
    la cimentation

Translation Matrix for voegen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cimentation bakstenen voegen; voegen
joindre aanlassen
jointoyer muren voegen; voegen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
additionner erbij doen; toevoegen; voegen aanvullen; bijrekenen; bijtellen; completeren; erbij tellen; optellen; toevoegen; voltallig maken
ajouter erbij doen; toevoegen; voegen aan mengsel toevoegen; aansluiten; aanvullen; bijdoen; bijleggen; bijmengen; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; bijvullen; completeren; erbij optellen; erbij tellen; erbij voegen; extra betalen; geld toe leggen; inbrengen; insluiten; invoegen; meebetalen; optellen; toevoegen; voltallig maken; vullen
joindre erbij doen; toevoegen; voegen aaneenlassen; aaneenschakelen; afspreken; bij elkaar leggen; bijdoen; bijeen voegen; bijsluiten; bijvoegen; binden; boeien; bundelen; combineren; doorverbinden; een fusie aangaan; elkaar ontmoeten; elkaar zien; erbij optellen; erbij tellen; erbij voegen; fuseren; ineensmelten; ketenen; kluisteren; koppelen; lassen; meegeven; meesturen; meezenden; paren; samenbundelen; samengaan; samenkomen; samenkoppelen; samensmelten; samenvoegen; toevoegen; treffen; verbinden; versmelten
jointoyer bakstenen voegen; voegen

Palabras relacionadas con "voegen":


Wiktionary: voegen

voegen
noun
  1. afwerken van metselwerk

Cross Translation:
FromToVia
voegen jointoyer grout — insert mortar between tiles

voeg:

voeg [de ~] sustantivo

  1. de voeg (naad)
    l'entrebâillement; le joint

Translation Matrix for voeg:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
entrebâillement naad; voeg gleuf; kier; kiertje; opening; sleuf
joint naad; voeg las; lasnaad; metselwerk; samenvoeging; stickie; verbinding; voegwerk; welnaad
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
joint bijeengevoegd; samengevoegd

Palabras relacionadas con "voeg":


Wiktionary: voeg

voeg
noun
  1. Pièce assurant le contact entre différents éléments

Traducciones relacionadas de voegen