Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. wijken:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de wijkt de neerlandés a francés

wijkt forma de wijken:

wijken verbo (wijk, wijkt, week, weken, geweken)

  1. wijken
    céder la place; céder; reculer; s'effacer
    • céder verbo (cède, cèdes, cédons, cédez, )
    • reculer verbo (recule, recules, reculons, reculez, )
    • s'effacer verbo

Conjugaciones de wijken:

o.t.t.
  1. wijk
  2. wijkt
  3. wijkt
  4. wijken
  5. wijken
  6. wijken
o.v.t.
  1. week
  2. week
  3. week
  4. weken
  5. weken
  6. weken
v.t.t.
  1. ben geweken
  2. bent geweken
  3. is geweken
  4. zijn geweken
  5. zijn geweken
  6. zijn geweken
v.v.t.
  1. was geweken
  2. was geweken
  3. was geweken
  4. waren geweken
  5. waren geweken
  6. waren geweken
o.t.t.t.
  1. zal wijken
  2. zult wijken
  3. zal wijken
  4. zullen wijken
  5. zullen wijken
  6. zullen wijken
o.v.t.t.
  1. zou wijken
  2. zou wijken
  3. zou wijken
  4. zouden wijken
  5. zouden wijken
  6. zouden wijken
diversen
  1. wijk!
  2. wijkt!
  3. geweken
  4. wijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wijken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
céder wijken afleggen; afstaan; als waar erkennen; bezwijken; cadeau doen; cadeau geven; capituleren; doorbuigen; doorzakken; erkennen; het onderspit delven; opgeven; overgeven; schenken; strijd verliezen; tenondergaan; toegeven; uitleveren; zich overgeven; zwichten
céder la place wijken
reculer wijken keren; moedeloos worden; omkeren; teruggaan
s'effacer wijken

Palabras relacionadas con "wijken":



Traducciones automáticas externas: