Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. echtgenoot:


Neerlandés

Sinónimos detallados de echtgenoot en neerlandés

echtgenoot:

echtgenoot [de ~ (m)] sustantivo

  1. de echtgenoot
    de echtgenoot; de partner; de eega; de levensgezel; de levenspartner; de man
  2. de echtgenoot
    de man; de echtgenoot; de gade; de eega
    • man [de ~ (m)] sustantivo
    • echtgenoot [de ~ (m)] sustantivo
    • gade [de ~] sustantivo
    • eega [de ~] sustantivo
  3. de echtgenoot
    – persoon met wie een vrouw getrouwd is 1
    de man; de echtgenoot
    – persoon met wie een vrouw getrouwd is 1
    • man [de ~ (m)] sustantivo
      • Mijn man is niet thuis, zei mevrouw Ilmaz.1
    • echtgenoot [de ~ (m)] sustantivo
      • Jan is de echtgenoot van Regina1

Sinónimos alternativos de "echtgenoot":


Antónimos de "echtgenoot":


Definiciones relacionadas de "echtgenoot":

  1. persoon met wie een vrouw getrouwd is1
    • Jan is de echtgenoot van Regina1

Sinónimos relacionados de echtgenoot