Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. aansluiten:


Neerlandés

Sinónimos detallados de aansluiten en neerlandés

aansluiten:

aansluiten verbo (sluit aan, sloot aan, sloten aan, aangesloten)

  1. aansluiten
    aansluiten; bijvoegen
    • aansluiten verbo (sluit aan, sloot aan, sloten aan, aangesloten)
    • bijvoegen verbo (voeg bij, voegt bij, voegde bij, voegden bij, bijgevoegd)
  2. aansluiten
    aansluiten
    • aansluiten verbo (sluit aan, sloot aan, sloten aan, aangesloten)
  3. aansluiten
    – het ergens mee in contact brengen 1
    aansluiten
    – het ergens mee in contact brengen 1
    • aansluiten verbo (sluit aan, sloot aan, sloten aan, aangesloten)
      • de televisie is nog niet op de kabel aangesloten1
  4. aansluiten
    – ergens bij gaan horen of er lid van worden 1
    aansluiten
    – ergens bij gaan horen of er lid van worden 1
    • aansluiten verbo (sluit aan, sloot aan, sloten aan, aangesloten)
      • wij hebben ons bij de tennisclub aangesloten1
  5. aansluiten
    – ergens bij passen, ergens op volgen 1
    aansluiten
    – ergens bij passen, ergens op volgen 1
    • aansluiten verbo (sluit aan, sloot aan, sloten aan, aangesloten)
      • deze les sluit goed aan bij de vorige1

Conjugaciones de aansluiten:

o.t.t.
  1. sluit aan
  2. sluit aan
  3. sluit aan
  4. sluiten aan
  5. sluiten aan
  6. sluiten aan
o.v.t.
  1. sloot aan
  2. sloot aan
  3. sloot aan
  4. sloten aan
  5. sloten aan
  6. sloten aan
v.t.t.
  1. ben aangesloten
  2. bent aangesloten
  3. is aangesloten
  4. zijn aangesloten
  5. zijn aangesloten
  6. zijn aangesloten
v.v.t.
  1. was aangesloten
  2. was aangesloten
  3. was aangesloten
  4. waren aangesloten
  5. waren aangesloten
  6. waren aangesloten
o.t.t.t.
  1. zal aansluiten
  2. zult aansluiten
  3. zal aansluiten
  4. zullen aansluiten
  5. zullen aansluiten
  6. zullen aansluiten
o.v.t.t.
  1. zou aansluiten
  2. zou aansluiten
  3. zou aansluiten
  4. zouden aansluiten
  5. zouden aansluiten
  6. zouden aansluiten
diversen
  1. sluit aan!
  2. sluit aan!
  3. aangesloten
  4. aansluitende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Antónimos de "aansluiten":


Definiciones relacionadas de "aansluiten":

  1. ergens bij gaan horen of er lid van worden1
    • wij hebben ons bij de tennisclub aangesloten1
  2. ergens bij passen, ergens op volgen1
    • deze les sluit goed aan bij de vorige1
  3. het ergens mee in contact brengen1
    • de televisie is nog niet op de kabel aangesloten1

Sinónimos relacionados de aansluiten